22
vrij aanzienlijke hoogten zich verheffen, wisselen af met dalen of vlakten,
waardoor het een of andere stroompje in tallooze kronkelingen vliet. De
dorpjes liggen kort bijeen en de hellingen zijn met geboomte of hakhout
beplant. Hooge boomen beletten soms het uitzicht van den eenen tot den
anderen toren, en Leclercq, die meer oog had voor goede standpunten dan
voor fraaie vergezichten, klaagde dan daarover ook.
Te Sittard, waar het land vlakker is, kan men alles overzien, zegt hij.
De nette kaart wilde Leclercq na eenigen tijd van velddienst inzenden,
onder opmerking dat hij te Wassenberg nog een tour zou meten en dan de
Roer opnemen. De standpunten heeft Leclercq naar het schijnt met zorg
gekozen.
Te Wassenberg toch kan men een massa torens zien en het punt Roer
mond is daar zeer goed zichtbaar.
Het ligt een uurtje zuidelijker dan het thans voor de graadmeting opgerichte
hooge signaal op de heide bij Vlodrop.
Tusschen zijne andere kartographische werkzaamheden hield Leclercq zich
steeds onledig met 't kaarteeren der verzamelkaart.
In 1716 liepen de werkzaamheden ten einde.
Den 31 Mei 1716 verdedigde hij zich in een verweerschrift tegen een
criticus, die gezegd had dat de lengte en breedte op zij ne kaart onjuist waren.
Hierdoor kunnen wij nu ook nagaan, hoe Leclercq zijne waarnemingen
verricht heeft.
Hij had de poolshoogte te Luik genomen, op 50°40'. Daar hij die over
genomen gegevens niet vertrouwde nam hij twee jaren achtereen ten tijde van
den zonnestilstand de hoogte van den bovenrand der zon en van haar centrum
met een zonneuur of gnomon van meer dan 72 Romeinsche voeten hoog. Hij
meent, dat nog nooit zulk een groot instrument gebruikt is en zegt, dat vele
wiskundigen zijn werk kwamen bezien.
Hij vond de poolshoogte, in het koor der kerk te Luik 50°37'50"35"'
609 deel van seconden) Leclercq heeft de doorsnede van de zon bij zonne
stilstand, de straalbuiging, het verschilzicht, de grootste helling der zon nauw
keurig waargenomen. Hij had alle oudere waarnemingen beproefd en achtte
zijn werk beter dan de berekeningen van Mercator, Orelius en Riccioli, wijl
sinds den dood dezer wiskunstenaars de instrumenten zooveel in nauwkeurigheid
gewonnen hadden.
Zijne berekening laten wij hier volgen
Poolshoogte Luik in het koor der Jezuitenkerk, waargenomen in 1714 en
1715 door N. Leclercq, 15 dagen vóór en evenveel na den zonnestilstand,
eiken dag als de zon dit toeliet.