34
bijzonderheden, toevallige erfscheidingen, kanten van wateringen, slooten
en vijvers in al hare bochtige grilligheid, tot houten bruggetjes toe,
alles wordt met gelijke zorg en nauwkeurigheid opgemeten. Onder
scheid tusschen eigendoms- en andere grenzen kan niet worden
gemaakt, daar de laatste bij akte van eigendomsoverdracht, zonder
nieuwe meting, tot eigendomsgrenzen kunnen verheven worden. Boven
dien kan elk grenspunt als uitgangspunt voor latere metingen ter
bijhouding worden dienstbaar gemaakt, daar eene andere technische
grondslag ontbreekt.
Hoe veranderlijk al die toevallige perceelgrenzen zijn, is van
algemeene bekendheid. De waterkanten van slooten en wateringen
verschillen bij elk verschil in hoogte van den waterstand, zij worden
bijna jaarlijks gewijzigd door het schoonhouden, door verzakking
en aanplemping, door het wegnemen of aanleggen van bruggetjes enz.
Aan de rechterzijde van plaat I is het veldwerk voor een eigendoms-
en belastingkadaster voorgesteld.
Een onderzoek naar de beste methode van perceelmeting ligt thans
buiten ons bestek. Om de vergelijking gemakkelijk te maken, is
dezelfde lijnenconstructie gebezigd als bij het veldwerk voor het
fïskale plan, onder weglating van overbodige meetlijnen.
De hoofdlijnen (roode kettinglijnen) zijn polygoonzijden. Behalve
de eigendomsgrenzen (zware zwarte lijnen) zijn ook gemetselde ge
deelten van bruggen en hoofdgebouwen (roode lijnen) met nauw
keurigheid opgemeten, voornamelijk ten einde bij metingen ter
bijhouding de opsporing van driehoeks- en polygoonpunten als
deze bij uitzonderiug alleen onder den grond zijn verzekerd te
vergemakkelijken en de onveranderde plaatsing ervan te kunnen
controleeren.
De met nauwkeurigheid afgelezen meetcijfers worden in zwarten
inkt opgeteekend, en de onderdeden van meters in decimalen uit
gedrukt.
De meting van de overige gebouwen, van de grenzen van belas-
tingperceelen, van houten bruggetjes, voor zoover de figuratieve
voorstelling ervan op het plan wenschelijk is, geschiedt op meer
globale wijze; de meetgetallen blijven in potlood (op de plaat
in rood) en worden in den regel op volle meters afgerond; bij uit
zonderingen worden de onderdeden van meters in den vorm van