36
in oude steden, bijv. te Utrecht, sommige gebouwen door metselwerk
van meer dan een meter dikte gescheiden. Soms wordt dit metsel
werk gevormd door oude kerk- of kloostermuren, waarin wel eens
kasten of privaten zijn uitgehouwen, soms ook bevinden zich tusschen
de gebouwen kleine ingemetselde ruimten, waarvan de eigenaars
zelfs het bestaan niet vermoeden en waaraan zij voorloopig ook niet
veel waarde hechten. Bij herbouw worden dergelijke muren wel
eens afgehakt of verborgen ruimten in bezit genomen. In dergelijke
gevallen is het niet alleen hoogst moeilijk, maar ook ongewenscht
reeds bij voorbaat een definitieve grenslijn te trekken.
De juridieke beteekenis eener onbepaalde grens zou kunnen
gelijkstaan met die eener betwiste (zie blz. 12).
Ook is het te Utrecht een gewoon verschijnsel, dat de kelders
(kluizen) van een huis geheel of gedeeltelijk onder het huis van den
buurman zijn gelegen en onder de openbare straat door aan een
erfje bij de gracht uitkomen 1), Alsdan wordt terecht voor het
kadaster alleen de toestand op den beganen grond opgenomen. Het
zou later een enkele maal twijfelachtig kunnen zijn op welke
hoogte de grens bij de delimitatie was genomen, bijv. wanneer de
kelder hoog is, vensters aan straat heeft en den vorm van een
benedenverdieping aanneemt. Alsdan zou men op het veldwerk bij
benadering kunnen aangeven op welke hoogte A. P. de kadastrale
perceelgrens is gelegen. Het kadaster met bewijskracht heeft ten
doel meerdere zekerheid aan den eigendom te geven, geenszins om
alle quaesties te voorkomen. Zoo kan het niets bewijzen omtrent
den eigendom van kelders of bovenverdiepingen. Werd de behoefte
aan afzonderlijke keldernommers grooter, dan zou daarin door eene
afzonderlijke kelderkaart kunnen voorzien worden.
Waar muren of ijzeren rasteringen op gemetselden voet tusschen
erven of tuinen tot eigendomsscheiding dienen, is het gewenscht op
veldwerk en plan aan te duiden, of de muur gemeen is of bij welk
perceel hij behoort.
Enkele malen zijn zelfs aan afzonderlijk verkochte en bewoonde kelders,
onder de openbare straat gelegen, zoogenaamde keldernommers bij het kadaster
gegeven, die zonder grootte in den legger worden opgenomende straat-
nommers behouden de volle grootte.