44
de metingsstaten (N°. 75), onder weglating van de namen der eigenaars
en verder van alles, wat op de grondbelasting betrekking heeft.
Hierdoor wordt het lastig nazoeken in de staten N°. 75 vermeden,
die kantonsgewijs per dienstjaar worden ingebonden en behalve de
filiatie der eigendomsnommers, ook die der belastingnommers bevatten.
In den hermetingsstaat (N°. 75a) is het aantal oude nommers vele
malen grooter dan dat der nieuwe eigendomsnommers. Bij het aan
leggen van het nieuwe perceelenregister wordt daarom de geheele
linkerbladzijde uitsluitend gebezigd om de oude nommers in te
schrijven, waaruit het nieuwe nommer is ontstaan.
De perceelnommers op de rechterbladzijde zullen meer dan één regel
van elkander verwijderd zijn, tengevolge voor de inrichting der
linkerbladzijde. Dit is bovendien wenschelijk, omdat het aantal
aanteekeningen van inschrijvingen vrij wat aanzienlijker zal worden
dan thans, omdat eigendomsperceelen veel minder aan vernommering
onderhevig zijn dan belastingperceelen. Niettemin zal het register
geringer omvang hebben, omdat het geheele getal nommers zooveel
kleiner wordt.
De beide beschreven registers loopen parallel. Hunne volle be-
teekenis zullen zij eerst verkrijgen na de eerstvolgende vernieuwing
der hypotheken (tenzij men reeds terstond alle bestaande hypotheken
wil overbrengen). Daarna zal men met een oogopslag den hypo-
cairen toestand van een perceel kunnen overzien.
De nieuwe boekhouding kan voor onbepaald langen tijd worden
voortgezet. Het zal onnoodig zijn haar in nog gunstiger licht te
plaatsen door als achtergrond den bekenden treurigen toestand van de
bestaande boekhouding te schilderen. Deze is reeds thans, nauwe
lijks een dozijn jaren na de vernieuwing der inschrijvingen, zoo
bedenkelijk, het onderzoek, of een perceel al dan niet bezwaard
is, dikwijls zoo langwijlig en geeft daardoor zoo licht aanleiding tot
vergissingen gezwegen nog van de besmetting met inschrijvingen
die het gevolg is der gebrekkige boekhouding dat alleen reeds
daarom eene vernieuwing der inschrijvingen niet zeer lang meer kan
uitblijven.
Zie Verkrijging van onroerende zaken blz. 63, Tijdschr. VI blz. 136.