51 De vraag rijst nu, wie is dan eigenlijk eigenaar Men behoeft naar hem niet ver te zoeken. Eigenaar was en blijft de geëxecuteerde schuldenaar. Zijne gewone schuldeischers zouden m. i. met succes beslag kunnen leggen op het betwiste huis. Althans indien bewezen kan worden, dat die schuldenaar en zijne voor gangers het huis meer dan 30 jaren hebben bezeten, alsof zij eige naars waren. De vraag echter of nu het zakelijk recht van dien schuldenaar niet alleen beter is, dan dat van de Leeuw en van van Herpen, maar ook het beste, kan in het negatieve stelsel nimmer met vol komen zekerheid beantwoord worden. Uit een oogpunt van billijkheid kan men zich over 's Hoogen Raads beslissing verheugen, want de Leeuw had nimmer recht op het betwiste huis uitgeoefend. Van Herpen daarentegen was in de meening, dat hij het op den openbaren verkoop had gekocht, hij had zijn bod er naar geregeld. Doch wat hier, nu het een huis gold, billijk was, kan voor lande rijen om gelijksoortige redenen onbillijk zijn. Daarbij is de kadas trale grootte in den regel de hoofdfactor voor de bepaling van den koopprijs en naar dien maatstaf zou van Herpen betaald hebben voor eene geringere, de Leeuw voor eene grootere oppervlakte, dan zij in bezit hadden genomen. Dergelijke quaesties zouden bij een eigendomskadaster, op de grondslagen door onze Vereeniging vastgesteld, niet kunnen voor komen daar de eigendomsgrenzen vóór de opmeting onder mede werking van beide eigenaars zouden vastgesteld zijn. Had er ver zwegen eigendomsoverdracht plaats gehad, dan kon de verkrijger niet volstaan met zich op zijn bezit te beroepen, hij zou de verjaring moeten bewijzen of voor den eigenaar moeten wijken. I. Boer Hz.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1892 | | pagina 61