63 Prof Oudemans heeft in Abtheilung III van zijn werk, waarin alle bases definitief berekend worden, stilzwijgend aangenomen, dat de normaalmeter van Repsold ten allen tijde de zelfde lengte en uitzetting heeft gehad, als hij in 1883 door vergelijking met X27 vond. Deze veronderstelling is niet bewezen, maar zij moet wel aangenomen worden, omdat men niet kan gissen hoeveel de normaalmeter bij de vergelijkingen op blz. 61 genoemd, langer of korter was dan in 1883. Nemen wij dus voor alle berekeningen verder vergel. (3) aan. Deze berust weder op de veronderstelling (111,9), dat de lengte en uitzetting van X27 zijn (5)X27 1 M. -+- 6/i,ll 8^4327 t -t 0/*,00401 fi. Naar mijne opvatting moet echter deze vergelijking luiden: (6)X27 1M. 7^,16 8/*,4327 t 0^,00401 t2of (7)X27 1 M. 6,11 8,635 t 0,00218 t2bf (8).. .X27 1 M. 6,11 8,632 T 0,001 T2. (6) geldt als men de uitzettingen volgens Fizeau aanneemt, die voor X27 en X19 verschillende waarden vond. (7) en (8) gaan uit van de veronderstelling dat men voor X19, X27 en X23 gelijke uitzetting mag aannemen, hetgeen ook waar schijnlijker is. 'Bij (7) is de uitzetting van X19 volgens Be'noit gebruikt en bij (8) de gemiddelde uitzetting, die op eene andere wijze voor vier meters (X n°s 1, 3, 12, 13) van het zelfde alliage gevonden is. Bij (6) en (7) is t de temperatuur volgens den kwik-thermometer; i) De meters X19, X23 en X27 zijn in 1879 door eene Nederlandsche Com missie te Parijs met den Mètre des Archives, den toenmaligen internationalen standaardmeter, vergeleken. In het Rapport hierover van Prof. Bosscha en Oudemans (Annales de 1' Ecole Polytechnique de Delft, 1885/6) vindt men de volgende uitkomsten bij 15°,95 X,7 X19 0/i,30 m. f. 0/z,031. Fn als de uitzettingen van X19, X23 en XI7 streng gelijk zijn bij 0° X,9 Mètre der Archives 5^,81 m. f. 0^,16. De vergelijkingen van X19 alleen gaven voor zijne lengte bij 0° -f- 5//,91. Maar volgens de in het rapport ten slotte aangenomen uitkomsten van Fizeau zou de uitzetting wezen: van X19; 8^,5032 t 0,002935 t2 en van X27: 8/*,4327 t 0,00401 t2. Latere, en naar ik geloof betere, waarnemingen van Bé no it (in Juli en Aug. 1886) gaven voor de uitzetting van X19: 8//.,635 t -f- 0,00218 t2.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1892 | | pagina 73