67 de chemische samenstelling dezer metalen zijn onbekend. De vijf staven bezitten ook allen verschillende uitzetting. Noemt men bij den normaalmeter T het quotientminus staal en P, Q, R en S de overeenkomstige quotiënten bij de meetstaven I, II, III en IV, dan vond Oudemans1) III, 8, 16): P 1,0105 T 0,00254; Q 1,0397 T— 0,0126; R= 1,0490 T 0,00970; S 1,1268 T 0,00714 en T 0,57157 x 0,0003864 t°. De overeenkomstige coëfficiënten m van het Besselsche apparaat (Z. f V. 1882 S 12) waren 0,5193; 0,5298; 0,5393 en 0,5538. Platina en smeedijzer, vooral het Zweedsche ijzer, dat met houts kool gereduceerd is, vertoonen geen merkbare thermische nawerking. Het Spaansche basisapparaat van I b a n e z bestaat uit één staaf van zulk ijzer, J_ vormig van doorsnede, met vier kwikthermometers, wier bollen in het ijzer zijn geplaatst. Boven het verste einde van deze staaf wordt één mikroskoop geplaatst en dan de staaf in haar eigen richting verdragen tot het achtereinde onder denzelfden mikroskoop gelegen is. De nauwkeurigheid en snelheid waarmede dit apparaat werkt, zijn merkwaardig groot. De m. f. bij herhaalde meting der zelfde basis was veel kleiner dan één millioenste, en per dag werden ruim 1000 M., per uur 160 M. gemeten, zoodat bases van 3 K.M. binnen ééne week twee malen gemeten worden. Dit basisapparaat wordt dan ook als het meest geschikte beschouwd om in korten tijd een basis met de zekerheid van 1/1000000 te meten. Het basisapparaat van Reps old was is 1865 besteld en werd in Sept. 1867 aan de Kon. Akademie van Wetenschappen te Amsterdam afgeleverd. In April 1871 was het weder ingepakt en gereed ter verzending naar Batavia, waar het in November 1871 aankwam, maar eerst in Juni 1872 werden de 13 kisten ontpakt en kort daarna be gonnen het onderzoek en de vergelijkingen (I, vu, 1,17). In 1882 kwam de geheele toestel bij Prof. Oudemans in Utrecht terug (III, 10). J) Deze constanten zijn afgeleid uit alle waarnemingen van Oct. 1867—Febr. 1874. Of de uitzettingscoefficienten daarna ook veranderd zijn, is niet onder zocht. De gebruikte waarden stemmen echter niet altijd met deze vergelijkingen overeen. B. v. III, 75, wordt voor T bij 27°,1 gebruikt 0,5813, in plaats van 0,58205. Op III, 132 bij 28°,3 R 0,6007, in plaats van 0,6015. uitzetting stalen staaf

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1892 | | pagina 77