70 Te Logantong was W o 1 d r i n g h chef, verder adsistent Teu- nissen, 6 onderofficieren en de noodige mandoers en koelies. Bij de tweede helft der basis nam ingenieur Soeters de leiding op zich en werkte ook de adsistent J. A. Oudemans mede. Er waren 62 werkdagen, dus 134 M. per dag. De grootste snelheid was 36 M. per uur. Te Tangsil waren werkzaam: Soeters, 4 adsistenten, 6 europee- sche beambten, 5 mandoers en 25 koelies. Er werd 61 dagen, telkens 12 uren gewerkt, en eene gemiddelde snelheid van 166 M. per dag bereikt. Bij de Pruisische basismeting van Göttingen (zie boven blz. 59) waren 15 beambten en 50 arbeiders werkzaam, maar vorderde men per dag ook 2000 M. Bij de metingen werden de lange staven n°s I en II (zie blz. 60) op een meter afstand voor elkander geplaatst en de afstand hunner uiteinden Ib en Ha nauwkeurig gemeten met de mikroskopen der korte staaf n°. IVDaarop werd I vóór II geplaatst en de afstand 11# tot Ia met de korte staaf n°. III bepaald. Vervolgens kwam II weer vóór I enz., zoodat bij eiken decameter de zelfde manipulatien terug kwamen. De staven werden door een eenvoudig vizier in de richting gebracht en de helling van I en II aan een graadboog met nonius en niveau afgelezen. Ill en IV werden altijd horizontaal ge steld. Aan de voorloopige uitkomsten der meting werden nog vier correcties aangebraeht: de uitzetting der korte meetstaven tusschen de opeenvolgende aflezingen, de nauwkeurige berekening van den invloed der helling van de lange staven, de verdeelingsfouten der glazen plaatjes en de reductie op zeehoogte. De eerste drie waren steeds zeer klein, te zamen hoogstens 3 m.M. De lange staven rustten op twee bokken van 9 d.M. hoogte, de korte ieder op één bok. Die bokken werden met ballast bezwaard; de waarnemers stonden op planken, die slechts in weinige punten den grond raakten. Te Tangsil werd opgemerkt, dat bij het opne men van staaf I het mikroskoop van IV zich 5 t<- verplaatste, het geen één millioenste fout veroorzaakt. Gedurende de metingen waren de staven steeds door een draag bare zonnetent beschut. De eindpunten der geheele basis werden blijvend vastgelegd door halve bollen van bergkristal of glas, bevestigd in gemetselde pijlers.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1892 | | pagina 80