75
Voor het basisnet bij Göttingen is de m.f. der verhouding basis:
zijde AhlsburgMeissner 8,6 log. eenheden of 2 milioensten.
De hoekmetingen voor de basisnetten op Java zijn verricht met
universaal-instrumenten van Pistor Martins of van Repsold,
van 8, 10 of 12 Parijsche duimen (217; 271 of 325 m.M.) middellijn.
De richtpunten waren doorgaans gemetselde pijlers met heliotropen
(III, 20,80,137), hetgeen in het zonnige land van Insulinde zeker
veel minder bezwaar oplevert, dan in het Moederland. „Volle Satze
(Zie Z. f. V. 1878 s. 209 en 1879 s. 110)" kwamen b.v. in het
net van Tangsil bijna zonder uitzondering voor, terwijl zij in Duitsch-
land zeer zeldzaam zijn. Een kunstmatig nulpunt is dan ook op
Java niet gebruikt. Bij een paar oudere waarnemingen gebruikte
men bamboessignalen (III, 90). De heliotropen werden bediend door
inlanders, die ze een enkele maal ongevraagd verplaatsten, b v. te
Sangaboewana één meter (III, 157), hetgeen niet altijd terstond be
merkt werd.
De hoekmetingen voor het net van Simplak le deel, werden in
1876/77 verricht door Woldringh; behalve die te Salak I door
J. A. Oudemans, (met een veel zwakker instrument). Die voor
Simplak 2e deel waren reeds in 18671871 door Metzger uit
gevoerd. Voor het net van Logantong zijn de meeste richtingen
gemeten door Soeters in 1876/7, behalve eenige oudere van
18641875 door van Asperen, Flory en Woldringh.
Voor Tangsil werden alle richtingen in 1878 door Soeters ge
meten met het 12duims universaal van Repsold.
De eenheid in leiding en uitvoering der meting van de basis en
het net, waren dus te Tangsil uitstekend, maar lieten bii de andere
twee wel iets te wenschen over. Het was ook beter geweest om
terstond na de basis de hoeken te meten en niet één, of gelijk te
Simplak 3 a 4 jaren later. Te Logantong is door dit uitstel het
punt halverwege de basis onbruikbaar geworden.
De berekening eener dubbele ruit van Schreiber kost slechts
een paar dagen. Die der basisnetten op Java heeft zeer veel tijd en
moeite vereischt. De netten van Simplak en Logantong zijn zelfs
in twee deelen gesplitst, omdat anders het aantal normaalvergelij
kingen aldaar tot 23 en 26 zou geklommen zijn. Terecht heeft men
om veel rekenwerk uit te sparen, iets opgeofferd van de grootere