9 Omtrent den graad van nauwkeurigheid, aan de driehoeks- en de perceelmeting te stellen, meenen wij hier te kunnen volstaan met onze meening te herhalen medegedeeld in jaargang IV blz. 20 en 21. „Teneinde te doen uitkomen, welke groote beteekenis de drie hoeksmeting, ook voor de bijhouding, kan verkrijgen, laten wij hier eenige toelichtende cijfers volgen. „Laat ons veronderstellen, dat de middelbare fout van een hoek, na de vereffening der primaire driehoeksmeting, welke thans in voor bereiding is, minder bedraagt dan 1" en de zijden gemiddeld 25 a 30 kilometer lang zijn. Wij kunnen ons verder de driehoeksver bindingen ten behoeve van het kadaster voorstellen als volgt: 2e rang, zijden gemiddeld lang 9 KM. midd.. fout 2" „Voor andere driehoeks- trigonometrische hulp- en polygoonpunten midd. fout 10 a 20". „Daar een hoek van 1" bij een straal van 1 kilometer eene boog lengte heeft van ten naastenbij 1/2 centimeter, ziet men reeds uit eene oppervlakkige becijfering, dat de ligging van een punt der kadastrale driehoeksmeting ten opzichte der omringende tot op weinige centimeters na bepaald is. „Wordt de plaats van elk ariehoekspunt zorgvuldig zoodanig ver zekerd en vastgelegd, dat eene eventueele verplaatsing kan gecon stateerd worden, dan geeft het geheele samenstel van driehoeksmetingen te allen tijde het middel aan de hand, het aantal punten te ver meerderen bijv. bij uitbreiding van steden, ontginningen, droog makingen, aanwassen enz, of verdwenen, ontoegankelijk of onzichtbaar geworden punten door andere te vervangen met onver zwakte nauwkeurigheid. „Daar de plaats der eigendomsgrenzen buiten de kommen der gemeenten zelden tot op enkele decimeters vaststaat, is het voldoende en ook zonder buitengewone hulpmiddelen uitvoerbaar, die plaats bij de vernieuwing van het kadaster te bepalen tot op enkele decimeters na nauwkeurig ten opzichte der omringende punten van driehoeks meting. Een nieuw punt, later trigonometrisch bepaald, staat dan in zoodanig onmiddellijk wiskunstig verband met de oorspronkelijke perceelregeling, dat er zoowel voor grensbepaling als voor bijhouding qe q a ii ii ii ii ii ii ii 0 51 11 51 11 1 11 11 11 8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1892 | | pagina 9