107
geval de hoek bekend behoort te zijn, dien tafereelsvlak en terrein
maken.
Bij horizontaal terrein ligt OH0 in het horizontale vlak door het
objectief; bij wel vlak doch niet horizontaal terrein moet OH0
evenwijdig aan het terrein gedacht worden.
Voor de constructie yan alle punten van een vlak terrein uit eene
daarop loodrecht genomene fotografie naar de methode in Fig. 24
aangegeven blijven de onderlinge ligging van grondlijn en de punten
Oj O0 in het vlak van teekening steeds onveranderd.
Op deze eigenschap berust de samenstelling van den zoogenaam-
den perspectograaf van den architect Herman Ritter te Frankfort
a. M.een toestelletje, waarmede uit eene enkele fotografie van een
vlak terrein geheel mechanisch eene kaart samengesteld kan worden.
Eigenlijk bedacht de heer Ritter dit instrumentje, zooals aan
bouwkundigen bekend is, om het maken van perspectievische teeke-
ningen van gebouwen uit plattegrond en opstand (wat voor den
architect van belang kan zijn om te beoordeelen, welken indruk een
gebouw, uit een of ander punt gezien, zal maken) te vereenvoudigen.
En inderdaad kan men met den perspectograaf zonder dat men
in alle geheimen der perspectievische constructieleer behoeft doorge
drongen te zijn, uit plattegrond en opstand van het meest grillig
gevormde gebouw het perspectievische beeld van uit een willekeurig
punt op een willekeurig tafereelsvlak verkrijgen.
Omgekeerd kan uit de fotografie van een' gebouwgevel de werke
lijke verhouding der afmetingen bepaald worden.
Na de voorafgaande theoretische beschouwingen over de fotogram-
metrie past een geregeld overzicht van den ontwikkelingsgang dier
meetmethode in de verschillende landen.
Frankrijk.
In Frankrijk maakte, zooals ik reeds in den aanvang van mijn
opstel mededeelde, Laussedat het eerst de fotografie dienstbaar aan
geometrische doeleinden. In 1858 gelukte het hem gunstige resul
taten tot stand te brengen en in het volgende jaar deelde hij die
aan de Parijsche academie mede.
Het toestel, waarvan Laussedat zich bediende en hetwelk op de