113
Ter voldoening aan die opdracht liet Paganini een gewoon foto
grafietoestel zoodanig veranderen in een camera obscura-theodoliet,
dat hij zich behalve zoo zuiver mogelijk perspectievische beelden ook
de gegevens kon verschaffen om die beelden dienstbaar te kunnen
maken aan de topografie.
Van zijn' eersten proeftocht bracht hij 17 panorama's (110 foto
grafieën) mede en vervaardigde uit eenige daarvan te Florence op
schaal van 1 a 25000 eene kaart van de marmergroeven van Colon-
nata (Carrara) met hoogtelijnen van 5 tot 5 M.
Na belangrijke wijzigingen aan het toestel en het gebruik van broom-
gelatine-platen kon Paganini op 1 a 25000 de Serra dell' Argentera,
het hoogste gedeelte der Zee-Alpen, in kaart brengen met hoogte
lijnen van 10 tot 10 M.
Daarvoor had hij in slechts 2x/2 maand op 15 punten panorama's
(113 fotografieën) genomen.
De kaarteering in den winter te Florence omvatte 7300 HA,
waarin van 490 punten de hoogte bepaald was.
In 1880 begon Paganini met de opneming van het hoogste ge
deelte der Graïsche Alpen, bevattende de groep van den „Gran
Paradiso".
Met de opneming van deze streek, ongeveer 100000 HA, was hij
bezig tot 1885.
Van af 1884 gebruikte hij daarbij een naar zijne aanwijzing geheel
nieuw geconstrueerd instrument.
Ook voor de grafische constructies liet hij instrumentjes vervaar
digen.
De vervaardiging van deze kaart op schaal van 1 a 50000 geheel
uit fotografische gegevens bewees voldoende, dat de fotografie met
voordeel kon worden aangewend voor kaarten op schaal van 1 a
25000 en 1 a 50000 van de hooge Alpenstreken.
Nu bleef nog te onderzoeken of in aansluiting aan de reeds aan
gevangen werkzaamheden voor de nieuwe kaart van Italië (1 a 100000)
in streken, waar gewone meting moeilijk werd, fototopografische
opnemingen konden ingelascht worden en wel zoo, dat reeds opge
meten streken niet nogmaals opgemeten behoefden te worden.
De verdere opnemingen in de Graïsche Alpen werden gestaakt en
op aandrang van generaal Ferrero werd de opneming voor de bladen
