124
nieuwen verkrijgers zekerheid te geven, dan zij die zekerheid ook volkomen
eene gedeeltelijke zekerheid is, iu mijn oog althans, dien prijs niet waard.
Terecht nam dan ook de Société des géomètres de France in 1888 de na
volgende motie aan, „qu'il serait impossible, topographiquement parlant, d'ap-
pliquer en France 1'act-ToBRENS avant la rénovation du cadastre sur de nou-
velles bases".
Bldz. 102. Processen over den eigendom of over het ontstaan en tenietgaan van
hypotheken zijn zeldzaamheden waarover geprocedeerd pleegt te worden, is over
de grenzen der perceelen, of over de verhouding tusschen de eigenaars van
naburige erven. Konden die geschillen worden voorkomen, dan werd aan de
practijk een grooter dienst bewezen dan door de invoering van een geheel
nieuw stelsel betreffende den eigendom.
Bldz. 112 v. Reeds boven bracht ik in herinnering, dat naar het vrij eenstemmig
oordeel der hypotheekbewaarders en landmeters de toestand van ons kadaster, al is
die iets beter dan b. v. in Frankrijk, toch verre is van aan rechtmatige eischen
te voldoen. Ingevoerd met het oog op de grondbelasting, is het geheel on
geschikt om als eigendomskadaster dienst te doen zelfs moet de meerdere
zorg, in de laatste jaren aan de verbetering er van besteed, voor een deel als
weggeworpen geld worden beschouwd, omdat op den bestaanden gebrekkigen
grondslag nooit een goed resultaat te verkrijgen is.
Toch zou een waar eigendomskadaster met betrouwbare kaarten en enkele
vaste grensteekens op het terrein de zekerheid van den grondeigendom op
krachtige wijze bevorderen. Volstrekt niet zeldzaam zijn de gevallen, waarin
moeilijke vragen betreffende grensregeling tusschen buren voor den rechter wor
den gebracht, terwijl iedereen begrijpt, dat verreweg de meesten niet ter al-
gemeene kennis komen, omdat het belang niet groot genoeg is om er de kansen
van een proces voor te wagen. Men schikt zich dan zoo goed mogelijk, of
onderwerpt zich aan de uitspraak van een landmeter, die met onvolledige ge
gevens werken moet; was het kadaster betrouwbaar, eene bron van vele on
aangenaamheden zou weggenomen worden.
Daar komt bij, dat het zeer wenschelijk zou zijn, indien men kon voor
schrijven, dat in alle akten het goed, waarop de handeling betrekking heeft,
door zijne kadastrale omschrijving moet worden aangeduid. Voor hypotheken
bestaat die eisch (art. 1219 B. W.); voor andere akten heeft de Commissie
van 1870 hem gesteld; maar de aanneming van dit voorstel is niet te wach
ten, zoolang het kadaster niet hervormd is. Door toch verwijzing te vorderen
naar eene wellicht fautieve vermelding, zou men partijen in groote moeilijk
heden kunnen brengen, en tot allerlei misbruiken aanleiding geven.
Ia maak dus geen bezwaar om eene geheele vernieuwing van ons kadaster
aan te bevelen, maar moet mij omtrent de wijze, waarop die tot ?tand zou
kunnen komen, weer van een zelfstandig oordeel onthouden evenzeer, ja meer
nog dan bij de boekhouding, is daaromtrent eene technische kennis noodig,