138
Messkunst" en in „Fr. Steiner, Die photographie im Dienste des
Ingenieurs. Lief. I."
Over de verdienste van Dr. Jordan op fotogrammetrisch gebied
is reeds vroeger gesproken,
Een warmen vereerder vindt de fotogrammetrie in den laatsten
tijd in Duitschland in Dr. C. Koppe, professor te Brunswijk.
In zijn reeds meermalen aangehaald leerboek over de fotogrammetrie
vindt men eene afbeelding en eene beschrijving van een, naar zijne
aanwijzing vervaardigden, nauwkeurigen fototheodoliet met constanten
tafereelsafstand.
Met zulk een instrument heeft Koppe op den 24sten Augustus
1888 de poolshoogte voor Brunswijk bepaald.
Hij vond daarvoor 52°15',6 terwijl het „Geodatische Institut"
52°16',4 aangaf.
Daarmede is het bewijs geleverd, dat de fototheodoliet voor waar
nemingen aan den hemel en in den dampkring gebruikt kan worden.
Natuurlijk zal men voor dergelijke zaken eerst dan tot de foto
grammetrie zijne toevlucht nemen, als andere hulpmiddelen falen b.v.
voor het opnemen van vallende sterren, noorderlicht enz.
Meteorologen zullen zich gegevens kunnen verschaffen omtrent de
hoogte en de beweging der wolken, alsook omtrent den weg en
de lengte der bliksemstralen. Daartoe zijn noodig gelijktijdige opne
mingen aan de telefonisch verbonden uiteinden van eene in lengte
bekende basis.
Op die wijze zijn door Koppe reeds op de, vroeger door mij
reeds genoemde, .13 K.M. van elkaar liggende stations: Brunswijk
en Wolfenbüttel waarnemingen omtrent lichtende nachtwolken gedaan.
Deze opnemingen gaven het merkwaardige resultaat van eene
hoogte dier wolken van 80 K.M, bij eene dikte der wolkenlaag
van 10 K.M.
De gewone, uit zwevende ijsnaalden bestaande, schapenwolkjes
zijn zelden verder dan 7 a 8 K.M. van de aardoppervlakte verwijderd.
Koppe wijst er verder op, dat ook op het gebied der hydrometrie
fotogrammetrische momentfotografie veel kan bijdragen tot dekennis
der vormen van uitstroomende en naar beneden vallende watermassa's.
Op allerduidelijkste wijze is in Koppe's werkje in zijn geheel
behandeld: de fotogrammetrische opneming der „Rosstrappe".