141
6. Op den invloed van krimping van het papier voor positieven
werd reeds gewezen.
7°. Evenals bij andere metingen dient, waar zulks noodig is,
rekening gehouden te worden met den refractie-coëefficient wegens
de breking der lichtstralen.
8°. Berekening in veel decimalen is natuurlijk geheel doelloos en
dus overbodig.
Gaan we nu eens na, wat deskundigen mededeelen omtrent de
nauwkeurigheid van bergkaarten, die niet langs fotogrammetrischen
weg verkregen zijn!
Een en ander wetenswaardigs vindt men daaromtrent in eene voor
dracht, door den hoofdingenieur der staatsspoorwegen in Oostenrijk,
Vincenz Pollack, op het IX Geografisch Congres den 17 Maart 1891
te Weenen gehouden.
„Ik heb ter vergelijking met de Italiaansche, langs fotogram-
„metrischen weg verkregene kaarten van Paganini, de aansluitende
„Zwitsersche kaarten (schaal 1 a 50000) tentoongesteld, welker ge
ringere waarde daardoor onmiddellijk in het oog springt.
„Velen, die in bergstreken werkzaam zijn, klagen over de gedeel
telijke onbruikbaarheid der bestaande topografische detailkaarten:
„voornamelijk militairen, ingenieurs en geologen.
„De kaarten zien er, oppervlakkig bezien, zeer mooi uit; is er
„echter sprake van ze tot practische of technische doeleinden te moeten
„gebruiken, dan stuit men op fouten, die het gebruik moeielijk, soms
„onmogelijk maken.
„Vooral laten de aangebrachte isohypsen veel te wenschen over.
„Toen ik in het begin van den zomer, ingevolge opdracht van het
„Bestuur, gewapend met de beste bestaande kaarten, de bergen van
„Oostenrijk en Zwitserland doortrok, toonde zich hare veelvuldige
„onvertrouwbaarheia hoofdzakelijk in de bepaling van den aard der
„hellingen doch ook op bergkammen en dalbodems.
„In Centraal Bohemen waar ik vóór eenige jaren taltijke terrein-
„studiën voor den aanleg eener spoorbaan te maken had waartoe
„ik natuurlijk, om een oordeel te kunnen vellen over de mogelijkheid
„van het een of andere ontwerp, de trajecten begon te teekenen op
„de topografische kaarten (schaal 1 a 25000) moest ik de zeer
