145 „Door snijding van richtingen uit verschillende standpunten wordt „dan op het papier, natuurlijk approximatief, de plaats van het waar genomen punt bepaald. „Op dergelijke wijze worden echter slechts betrekkelijk weinig „punten bepaald. „De ware vormen en de belangrijkste zichtbare lijnen van het „terrein (b. v. bergstroomen, bergruggen, grenzen der bergvlakten, „omtrekken van gletschers en hoogtelijnen) moeten op het gezicht „opgenomen en tusschen de met meerdere juistheid bepaalde punten „ingelascht worden. „Eene dergelijke methode eischt veel routine, een ontwikkeld „oog voor terreinvormen en een buitengewoon geheugen. „De geometer moet niet alleen onthouden, wat hij op het vorige „standpunt ongeveer waarnam zich daarbij steunende op aantee- „keningen maar ook de bijzonderheden dier waarneming. „Buitendien, daar hij, bij gebrek aan bekende richtingen, niet in „staat is op het eerste station het beeld van den berg grafisch te „bepalen, moet hij zich dat beeld voortdurend kunnen voorstellen „om het te kunnen combineeren met het beeld, dat zich aan hem „vertoont op een volgend station en zich op die wijze de gegevens „voor eene figuratie verschaffen. „En dikwijls zal eerst eene derde standplaats hem in staat stellen „de definitieve grafische voorstelling te maken en in dat geval moet „hij de beelden onthouden van twee vorige standplaatsen. „Neemt men daarbij in aanmerking, dat de werkzaamheden op „correspondeerende punten soms dagen (bij slecht weer zelfs weken of „maanden) kunnen duren, dan is het te begrijpen, dat overi gens nauwgezette geometers hunne toevlueht tot schetsen moeten „nemen. „Die schetsen nu worden bij fotogrammetrische opnemingen ver hangen door fotografieën en dat met niet weinig besparing van tijd „en vermeerdering van nauwkeurigheid. „De toepassing der fotografie in dit geval is een groote vooruit gang in de opnemingskunst. „Niet alleen geven de fotografieën veel meer details, maar, waar „ze met goede lenzen verkregen worden, mag men zonder vrees voor „overdrijving beweren, dat ze voor grafische werkzaamheden zeer

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1893 | | pagina 149