156 koop, ruiling, schenking, erfopvolging enz. of door acquisitieve verjaring. Aan deze verkrijgingswijzen kan men trachten, voor zoover het subject betreft, rechtszekerheid te geven door toepassing van het beginsel der publiciteit, in de vorige hoofdstukken behandeld Maar streng scheide men hiervan af de verkrijging van een perceelsgedeelte, of zelfs van een geheel perceel, alleen op grond van nabuurschap, door verschuiving der grens. Men kan zich verkrijging van bezit door grensverschuiving denken als eene usurpatie door het object zelf, waarbij natuurlijk wel aan het toedoen des eigenaars moet gedacht worden, doch onafhankelijk van zijn titel van het naburig perceel. Verjaring op grond van zulk bezit, dus zonder titel, kan alleen gekeerd worden door toepassing van het beginsel der specialiteit: door aan de openbare ge gevens van het kadaster bewijskracht in rechte toe te kennen. Deze gege vens verschaffen den eigenaar, wat hem tot nog toe ontbreekt, het bewijs omtrent het object van zijn recht, nl. omtrent omvang en grenzen ervan. Wil de buurman zich tegenover dit bewijs op verjaring beroepen, dan rust de bewijslast op hem. Aangezien dit bewijs zelden te leveren is in grensgeschillen, is de eigenaar beveiligd tegen usurpatie, het rechtsgeldig kadaster tegen ondergang door de werking der verjaring. Maar, aldus wordt geredeneerd, hoe kan men grenzen van eigendommen vaststellen, als men, onder een negatief stelsel, niet met zekerheid weet, wie eigenaars zijn? Deze bedenking is van overdrijving niet vrij te pleiten. Zeker, de mogelijkheid is niet uitgesloten, dat aan de delimitatie iemand deelneemt, die later blijkt geen eigenaar te zijn. Doch daar de delimitatie als een daad van beheer mag beschouwd worden, kan er geen overwegend bezwaar tegen bestaan, ieder tot medewerking toe te laten, die beweert eigenaar te zijn of als voogd, curator, bewindvoerder enz. voor anderen optreedt, zonder speciale machtiging van den rechter. Komt niemand, na publicatie en verloop van een bepaalden termijn, tegen de uitkomsten der meting in verzet, dan zal de ware eigenaar zich wel door uitwinning in het bezit van zijn goed kunnen stellen, maar gebonden zijn aan de grenzen, zooals die eenmaal zijn vastge steld, wat geen rechtsvordering wegens bedriegelijke verkorting zijner rechten onder medeplichtigheid van den naburigen eigenaar uitsluit. In één opzicht is een rechtsgeldig kadaster onder het negatieve stelsel zelfs nog onontbeerlijker dan onder het positieve. Onder het eerste toch kunnen, zooals reeds werd opgemerkt, zich rechten eerst doen gelden, nadat het be trokken grondstuk reeds vele malen is overgedragen en door splitsing en vereeni- ging zoodanig in de nieuwe perceelen is versmolten, dat de verdwenen grenzen op geene andere wijze dan door de kadastrale gegevens kunnen hersteld worden. [Red.]

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1893 | | pagina 160