177 verlangt dat ik, door een aan hem te richten geschrift, de onnauw keurigheid van gezegde opmeting erkennen of ontkennen zal, beloof ik binnen eene redelijken tijd (niet minder dan twee maanden na kennisgeving zijnde) aan zoodanigen eisch te voldoen. 3e. Indien ik te eenigertijd zal weigeren of nalatig blijven aan zoodanigen eisch te voldoen of de onnauwkeurigheid van gezegde opmeting zal erkennen zal de landmeter generaal het recht hebben van mij te eischen (naar zijne discretie) of, dat ik al het geld door mij voor zoodanige opmeting ontvangen zal teruggeven of dat ik, ten mijnen eigenen koste dezelve en de kaarten en plannen derzelve zal rectificeeren, aan welken eisch ik beloof te zullen voldoen. 4e. Indien ik evenwel in het een of ander geval de onnauw keurigheid mijner opmeting van de een of andere plaats ontken, stem ik hiermede toe dat de quaestie van de al of niet correctheid op de volgende wijze zal worden beslist. De landmeter generaal zal een landmeter benoemen ten einde de plaats in quaestie op nieuw te meten en zal zijn naam aan mij mede- deelen, waarop ik gerechtigd zal zijn een landmeter te benoemen en om zijnen naam aan den landmeter generaal mede te deelen. Dit gedaan zijnde, zullen de twee zoo benoemde landmeters te zamen eene hermeting bewerkstelligen ten einde de nauwkeurigheid mijner meting te toetsen en na de voltooiing daarvan zullen zij, te zamen met den landmeter generaal (of een zijner assistenten) eene commissie van onderzoek vormen, welke commissie op de getuigenis door de hermeting verkregen en op zulke verdere getuigenissen als door den landmeter generaal of door mij zullen worden geproduceerd, beslissen zal, of mijne meting onnauwkeurig of nauwkeurig was. In het eerste geval zal de commissie eveneens beslissen le. of ik het geld door mij voor mijne opmeting ontvangen zal terug betalen of ten mijnen koste de misslagen daarin zal herstellen, en 2e. of ik eenig, en zoo ja welk., gedeelte van de kosten van hermetingen van de commissie van onderzoek voormeld betalen zal al dan niet, 5e. Mits dat in het geval dat ik, nadat mij wordt kennis gegeven van den naam van den landmeter door den landmeter generaal benoemd, verkiezen zal afstand te doen van mijn recht om eveneens een landmeter te benoemen, ik den landmeter generaal daarvan onmid dellijk zal kennis geven en daarna zal de hermeting alleen door den

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1893 | | pagina 179