182
thans aanhangige wetsontwerp betreffende de grondbelasting. Hij wijst daarbij
op de verbeteringen, die in dezen van eene eventueele aanneming van het
ontwerp een gevolg zullen zijn en het komt hem dus gewenscht voor, dat het
ontwerp tot wet moge verheven worden, al klevén het naar zijne meening,
ook enkele kleine gebreken aan.
De beschouwingen over genoemd wetsontwerp zullen in haar geheel in het
tijdschrift worden opgenomen.
Nadat de vergadering door applaus hare dankbaarheid voor en waardeering
van het gehoorde getoond heeft, wordt overgegaan tot de huishoudelijke
bezigheden.
De uitnoodiging van den voorzitter aan den secretaris, tot voorlezing van
de notulen der algemeene vergadering van 14 November 1892, beantwoordt
deze met eene verwijzing naar het verslag dier vergadering, voorkomende
in de laatste aflevering van den achtsten jaargang van het „Tijdschrift voor
K. en L." Slechts eene kleine onbelangrijke aanvulling acht hij noodig.
Uit het hierna voorgelezen verslag van de handelingen van het bestuur ge
durende het jaar 1893 blijkt, dat de financiëele toestand der vereeniging even
gunstig is als ten vorigen jare.
Op 1 Januari 1893 bedroeg het aantal leden: 181, waarvan in Nederland:
127, in N. O. Indië: 50 en in de Transvaal 4.
Het aantal geabonneerden bedroeg 69, waarvan bij den boekhandel 26.
De correspondent in den Oranje-Vrijstaat zond den redacteur een schrijven,
dat tal van wetenswaardigheden over de wijze van meten en over de ontwikke
ling der landmeters in die streken bevatte, doch waaruit tevens bleek, dat de kans
op het maken van propaganda aldaar voor onze vereeniging zoo goed als nul is.
Het bestuur vergaderde dit jaar slechts eenmaal. Meenende, dat het den
leden niet anders dan aangenaam kon zijn, nog eens iets over Indië te
hooren, werden pogingen aangewend bij een paar der met verlof hier te
lande vertoevende Indische leden dezen te bewegen tot het houden van eene
voordracht op de algemeene vergadering van dit jaar. Omstandigheden,
onafhankelijk van hunnen wil, verhinderden hen aan de uitnoodiging gevolg
te geven.
Niettegenstaande hij ten gevolge hiervan eerst laat werd uitgenoodigd, werd
toch de heer C. W. Gom ba uit uit Leeuwarden bereid gevonden eene
spreekbeurt op zich te nemen.
Het bestuur waardeerde het ten zeerste, dat de spreker op de vergadering
een onderwerp zou behandelen van zoo actueel belang als: „De werking van
het negatieve stelsel in verband met het onderzoek van den notaris."
De uitgever van het orgaan der vereeniging gaf den wensch te kennen, dat
de vereeniging voortaan de exploitatie van den omslag van het tijdschrift
voor hare rekening zou nemen.
Het bestuur meende, dat dergelijke exploitatie meer eigenaardig op den