39 den en de eigendommen van den Staat te kunnen bepalen. De toepassing derhalve van art. 578 B.W. De omschrijving daarin gegeven van het woord oever geeft helaas meer grond tot het doen van vragen dan tot het nemen van een beslissing, Wat zijn boorden? Wat te verstaan onder gewone tijden? Wat beteekent de uitdrukking als het water op het hoogste is? Wat zijn water vloeden Voor hen die den toestand langs onze rivieren niet van nabij kennen en die zich met deze zaak niet verder hebben ingelaten dan tot het lezen en het zoogoed mogelijk begrijpen van de bepalingen van ons B.W., komen die vragen misschien eenigszins nieuw voor, omdat zij veelal meenen, dat de definitie van art. 578 een bepaalde gedachte uitdrukt. Dit is echter 't geval niet. Slechts woorden in plaats van begrippen. Gesteld eens dat van een boomgaard de grond aan eenen en de boomen aan een anderen eigenaar toebehoorden, dat aan den eigenaar van den bodem mede toebehoorden alle boomvruchten die natuurlijk en door den wind van de boomen vallen, hoe zoude men dan de volgende toelichtende bepaling in praktijk brengenonder afgevallen vruchten moeten verstaan worden die welke van de boomen verwij derd worden in gewone tijden als het op zijn hardst waait en niet hetgeen door stormen wordt afgerukt Vooral niet minder vaag dan de beteekenis van die woorden zijn zoude, is de wettelijke omschrijving van het woord oever. Vatte men art. 578 woordelijk op, dan zou daaruit niets meer of minder voortvloeien, dan dat alle gronden, gelegen tusschen de twee bandijken, Rijkseigendom zouden zijn. Immers het is een gewoon, bijna elk voorjaar en najaar regelmatig voorkomende gebeurtenis, dat nagenoeg alle uiterwaarden door het water bedekt worden, en niemand zal dan spreken van overstrooming of watervloed. Zelfs rekent men op die waterstanden in die gewone tijden en wenscht ze, omdat dan de hooilanden en rijswaarden met een vrucht baarmakend laagje slib bedekt worden. Het water is eerst op het hoogst, als het tot den kruin van de dijken gestegen is en men zou eerst dan kunnen spreken van overstrooming door watervloed, als het over de dijken heenliep. In een door het Departement van Financiën uitgegeven geschrift,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1893 | | pagina 39