41 compris les bords, qui servent a les contenir lorsqil elles sont arrivees ,,„d leur plus grande élévation sans étre accidentellement débordées. „„Le domaine public doit s^étendre jusque la, parceque d est jusqii a ce point que le fieuve porte son action et exerce son empire, et que „„ce n'est que par cette ligne extréme qulon peut dire qiiil est entièrement limité. Mais on doit le borner la, sans qiiil soit „„permis de regarder les rives ou limites du fieuve comme, devant „„étre encore reculées lorsque, par quelque cause passagere, il vieni „„a déborder" „Voegt men hier nog bij dat ook volgens het oud-Hollandsch „regt de oevers van bevaarbare rivieren en stroomen aan den Staat „behoorden en dat het Wetb. L. Nap. hierin geen verandering heeft „gebracht, dan mag men veilig aannemen dat het publiek regt van „den Staat op de oevers niet van de laatste tijden dagteekent en „niet dan bij hoogst zeldzame uitzondering voor verkregen regten „van derden zal behoeven te wijken. „Quaestiën kunnen zich intusschen voordoen omtrent de juiste „uitlegging van art. 578 B.W. en omtrent de beteekenis der „woorden bij gewone tijden als het water op het hoogst is", „Om die op te lossen moet men teruggaan tot de bron, waaruit „onze wetgever geput heeft, en dan is het ontwijfelbaar door het „bovenstaande, dat niet de middelbare rivierstand, evenmin, bij „rivieren aan tij onderhevig, de gewone vloed de grens aanwijst „tusschen publiek domein en privaat eigendom; maar dat de woor- „den: „gewone tijdenniets anders zijn dan de uitdrukking der „tegenstelling van het latere woord: Watervloeden'Een arrest „van het Hof van Lyon dd. 25 Februarij 1843 drukt dit volgen- „derwijs uit: quen un mot, le lit d!un fieuve ou diune riviere com- „„prend toute la par tie du sol sur lequel se répand son cours, lorsque „„le jleuve ou la riviére coule a pleins bordsc est a dire lorsque les „„eaux s'elevent au point au dessus duquel elles ne peuvent monter sans commencer a déborder-, que c est cette ligne jxtrème qui marque „,,Pélévation normale des eaux et qii elle doit étre considerée, par con- sequentcomme la ligne séparative du domaine public et des pro- priétés river aines puisque c estjusqii a cette ligne extréme, que le jleuve „„porte la rigoureuse action de son empireqiion ne saurait adopter „„en effet la ligne marquée par la hauteur moyenne des eaux car

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1893 | | pagina 41