52 extract-plan kunnen redden, al ware het ook dat er perceelen op voorkomen waarvan de carteering op de kaart, na de afgifte van dat extract min of meer is gewijzigd. In elk geval is de landmeter voor den kantoordienst ook in staat om in korten tijd den houder van eenig extract-plan in te lichten. En bovendien, tengevolge van de vernieuwing der bijbladen, stemmen vele extracten immers toch al niet meer met de beste kadastrale gegevens overeen. Het is anders wel verbazingwekkend welk een gewicht het publiek aan een extract-plan en in 't algemeen aan kadastrale kaarten hecht, en hoezeer het de nauwkeurigheid daarvan dikwijls overdrijft; parti culieren beklagen zich somtijds dat zij toch ook naar een extract plan, of naar een polderkaart, of naar de kaarten bij het gemeente bestuur berustende, eene grens hebben uitgezet, zeer, zeer nauwkeurig en tot andere resultaten zijn gekomen dan de landmeter met de grensaanwijzing belast. Het vertrouwen in kadastrale stukken en kadastrale rechtvaardigheid is zóó groot dat het publiek wel waard is om met een rechtsgeldig kadaster te worden begiftigd, maar laat men er dan niet te lang mede wachten want het vertrouwen wordt telkens meer geschokt, dat kan niet uitblijven. In afwachting van eene omvangrijke betere regeling van de her metingen enz. konde men echter de metingen in 't algemeen reeds nu al wel wat meer inrichten met het oog op mogelijke grenskwesties. Hoofddoel is veelal uitsluitend de carteeringmet het oog daarop geschieden de opmetingen aan stelsels van meetlijnen die wel zeer kunstig zijn samengesteld, maar dikwijls ten eenenmale onbruikbaar zijn om de grenzen op het terrein weer uit te zetten. De lijnen kunnen vaak slechts gebrekkig en soms in 't geheel niet weer wor den opgezet. Er zijn voorbeelden van opmetingen van kavels bouw terrein, met veel moeite zoo opgemeten dat zij in verband met het omliggend terrein in kaart konden worden gebracht, waarvoor eene meting langs de grenzen dier kavels niet direct noodzakelijk was en waar deze dan ook is nagelaten! Zoo behooren ook steeds de vaste punten als mijlpalen enz., die soms voor andere doeleinden op het terrein zijn opgericht, in de meting te worden betrokken en zoude het mede wenschelijk zijn om op de veldaanteekeningen de namen en kwaliteit te vermelden van hen die de nieuwe grenzen hadden aangewezen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1893 | | pagina 52