5
stelsel van openbaarheid, is de illusie van wijlen Prof. Grata ma
in zijne overigens schitterende verhandeling over de Hervorming
van ons zakelijk recht (1870)". Deze geleerde, fel tegenstander van
het positieve stelsel van openbaarheid, strijdt niettemin met al het
vuur eener gevestigde overtuiging voor „mobilisatie van grond en
bodem". Hij wil eigendomsbewijzen aan toonder uitreiken, die als
roerend goed van hand tot hand gaan. Op de bedenking dat men
zonder een positief stelsel van openbaarheid niet weten kan, aan
wien ieder certificaat moet worden uitgereikt, antwoordt hij: indien
de ambtenaar in het certificaat de clausule opneemt „zooals thans
de registers luiden", en de partijen er genoegen mede nemen, wat
bezwaar is er dan tegen, om met de uitgifte van zoodanige stukken
althans een proef te wagen? Welnu, het bezwaar tegen zulk een
proef is overwegend. Noodwendig toch zal één van tweeën geschie
den of wel deze stukken vinden afnemers en crediet, of wel de
oorspronkelijke houder blijft er mede zitten. In het laatste geval
is de proef mislukt, in het eerste daarentegen is het publiek gedupeerd
door de schijnbare bekrachtiging dezer stukken van Staatswege.
Want op welken anderen grond zoude dit crediet steunen, dan op
de meening, dat de Staat toch wel niet op lossen grond zulk een
certificaat zal hebben afgegeven, en dat men het er dus wel op kan
wagen Aan deze aanmoediging der insoliditeit mag de Staat zich
nimmer schuldig maken. De Staat misdraagt zich, wanneer hij
eigendoms- of hypotheekbewijzen afgeeft, zonder te weten, of die
bewijzen waarheid inhouden. En om dit te weten, heeft hij een
Grondboek noodig, welks uitspraak kracht van gewijsde heeft.
Doch zulk een Grondboek moet zijnerzijds steunen op een rechts
geldig kadaster 1). Immers welken zin heeft het, iemand tot eigenaar
te verklaren van eenig deel der aardschors, indien men er niet bij
zegt, van welk gedeelte, indien men de grenzen van zijn eigendom
niet in kaart brengt? Maar dan is het niet voldoende, die kaart
met de uiterste zorg en nauwkeurigheid door de ervarenste deskun
digen te doen vervaardigen, zij moet voor alle dingen kracht van
Steppes, Das Grundbuch im Entwurfe (1892) p. 22: „Ohne beweis-
kraftige Grundkarte {haf) das beueiskrdftige Grundbuch für den Schutz des
Grundeigenthums an sich nur einen recht beschrankten Werth."