62
Primaire driehoeksmeting. Het personeel van ingenieurs in dienst bij de
commissie, dat op het einde van het vorige jaar door het vertrek van een
ingenieur verminderd was, werd aangevuld tegen 1 Maart door de benoeming
van den ingenieur D. A. M. Doublet, zoodat de commissie tijdens de
terreinwerkzaamheden wederom over vijf ingenieurs kon beschikken.
Tot de werkzaamheden die in de wintermaanden verricht werden behoorde
het onderzoek van den tweeden theodoliet van 35 c.M., die blijkens ons vorig
verslag tegen het einde van het jaar van den instrumentenmaker Wanschaff
te Berlijn ontvangen werd. Het onderzoek werd op dezelfde wijze ingesteld
als bij den eersten theodoliet van 35 centimeter, van welk onderzoek een
uitvoerig verslag voorkomt in ons jaarverslag van 1887. Van de gunstige
omstandigheid dat de theodoliet juist in de Kerstvacantie der Polytechmische
School ontvangen werd, werd gebruik gemaakt om op den vroeger daarvoor
in de afdeeling natuurkunde der Polytechnische School gebouwden pijler het
onderzoek nog iets vollediger uit te voeren, dan in 1887 mogelijk was, zoodat
een hoek van 45° niet in 36 maar in 72 verschillende standen van den rand
gemeten werd en iedere meting 2 malen werd uitgevoerd, waardoor men
beter in staat was den aard van de fouten in de verdeeling te beoordeelen.
Voor de middelbare waarde van de fout in één richting bij aflezing van
4 deelstrepen werd gevonden 0'',47 of wanneer rekening gehouden wordt met eene
kleine fout van periodieken aard die bij de metingen geëlimineerd wordt 0",34.
Het onderzoek van den rand door het uitmeten van de 12 vakjes waarin
een graad verdeeld is, op 10 verschillende deelen van den rand werd even
eens twee malen gedaan. Voor de middelbare waarde van de fout in de
plaats van een deelstreep werd daaruit gevonden 0",27. Deze tweede theo
doliet kan dus met vol vertrouwen naast den eersten voor de hoofdmetingen
gebruikt worden.
De twee kleinere theodolieten die wij ook in den loop van dit jaar hoopten
te ontvangen zijn nog niet aangekomen. De reden hiervan is de volgende.
Beide theodolieten, de een van 21, de andere van 14 centimeter, waren besteld
bij den instrümentenmaker "Wegener te Berlijn. Te gelijker tijd was ook
bij denzelfden instrumentmaker door ons medelid Oudemans een universaal
instrument van 21 centimeter besteld voor de triangulatie van Sumatra. Laatst
genoemd instrument werd in December 1891 in Utrecht ontvangen en daar
bleek dat de randverdeeling niet bijzonder goed was. Het instrument werd
daarop naar Delft overgebracht en door de ingenieurs der graadmetingscom-
missie op dezelfde wijze onderzocht, waarop het onderzoek eenige dagen
vroeger had plaats gehad met den theodoliet van Wanschaff en waarop
ook vroeger den rand van den theodoliet van 21 centimeter van Wanschaff
was uitgevoerd. Toen bij dit onderzoek bleek, dat de randverdeeling niet in
vergelijking kon komen met de randverdeelingen door "Wanschaff geleverd
en het instrument ook in andere opzichten te wenschen overliet, werd de