63
bestelling voor de twee bovengenoemde theodolieten voorloopig ingetrokken
en aan Wegener uitvoerig medegedeeld welke eischen wij aan de instru
menten en de verdeeling stelden. Toen hij daarop verklaarde het veel te
druk te hebben om daaraan te voldoen en liever van de levering wilde afzien,
werd de bestelling definitief ingetrokken en aan Wans chaff de levering der
beide instrumenten opgedragen, van wien wij ze thans spoedig te wachten zijn.
Bij de terreinwerkzaamheden, die op 2 Mei een aanvang namen, werden
de Ingenieurs in twee ploegen verdeeldde eerste bestaande uit den ingenieur
Heuvelink, a!s chef, en de Ingenieurs Visser en Doublet, de tweede
uit den Ingenieur "Wildeboer, als chef, en den Ingenieur van Eyk
Bijleveld. Met het begin van September werd in deze verdeeling in zoo
verre eene wijziging gebracht, dat de heeren van Eyk Bijleveld en Dou
blet onderling van ploeg verwisselden, omdat de Ingenieur van Eyk
Bijleveld bij eene tijdelijke afwezigheid van den heer Heuvelink als
chef van de eerste ploeg moest optreden.
Zooals in het vorig jaarverslag reeds werd vermeld zouden dezen zomer
de metingen ten einde gebracht worden die noodig waren voor de verbin
ding van de Nederlandsche met de Duitsche driehoeksmeting.
De tweede ploeg ving onmiddellijk met deze werkzaamheden aan, terwijl
de eerste ploeg, na eerst in Limburg nog eenige punten voor de metingen te
hebben ingericht, waarover bij de secundaire driehoeksmeting nader zal wor
den gehandeld, ook met een gedeelte dier metingen belast werd.
Door de tweede ploeg werd eerst gemeten in Venray, waar zes hoofdrich
tingen te meten waren, namelijk Kevelaer en Hinsbeck op Duitsch grondgebied,
en Nederweert, Beek, Oss en Flierenberg op ons gebieddaarna in Klifsberg
met vijf hoofdrichtingen, namelijk de richtingen naar de Duitsche stations
Hinsbeck en Mündt, de Nederlandsche Ubagsberg en Nederweert, en het
Belgische punt Peer en eindelijk in Ubagsberg met zeven hoofdrichtingen,
namelijk naar de Duitsche punten Mündt en Langschoss, de Belgische Henri-
Chapelle, Tongeren en Peer en de Nederlandsche Nederweert en Klifsberg.
Na afloop van deze metingen ging deze ploeg naar Roermond tot het uit
voeren van de metingen, waarover onder de secundaire driehoeksmeting nader
gehandeld zal worden.
Door de eerste ploeg werd eerst gemeten in Oldenzaal, alwaar zes hoofd
richtingen te meten waren, namelijk Bentheim en Schöppingen op Duitsch
grondgebied, Winterswijk, Harikerberg en Lemelerberg op Nederlandsch ge
bied gelegen en Uelsen, dat wel is waar op Duitsch gebied gelegen is, maar,
door zijne bijzondere ligging, als tot onze driehoeksmeting moet gerekend
worden te behooren. Na afloop van die metingen werd het station Neder
weert onderbanden genomen dat door het groote aantal op te nemen rich
tingen nog al moeilijkheden opleverde. Niet minder dan acht hoofdrichtingen
waren aldaar te meten, namelijk naar het Duitsche punt Hinsbeck, het