Militaire Verkenningen
De fotografie als hulpmiddel voor architectuur en
terreinopnemingen.
Om een eenigszïns algemeen begrip te verkrijgen van het nut der
fotografie voor architectuur en terreinopnemingen is het noodig de
allereenvoudigste beginselen der perspectief te kennen.
Denkt men zich het oog geplaatst vóór een doorzichtig vlak
(tafereelsvlak), waarachter zich een of ander voorwerp bevindt, dan
zullen de lijnen, die het oog verbinden met de zichtbare punten
van het voorwerp, dat tafereelsvlak snijden in punten, die, onder
ling door lijnen verbonden, een zoogenaamd perspectivisch beeld le
veren van het voorwerp.
Verandert de afstand van het oog tot het tafereelsvlak of de
hoogte van het oog boven het grondvlak, dan verandert daardoor
natuurlijk ook het perspectivisch beeld.
De perspectief nu leert door constructie het perspectivische beeld
van een voorwerp bepalen op een tafereelsvlak, wanneer de onder
linge stand van tafereelsvlak, grondvlak, voorwerp en oog bekend zijn.
Het grondvlak wordt als horizontaal beschouwd en het tafereels
vlak meestal als loodrecht daarop.
Een horizontaalvlak, gebracht door het oog, snijdt het tafereels
vlak in den zoogenaamden horizon. Een verticaal vlak door het
oog, loodrecht op het tafereelsvlak, snijdt dit laatste in de hoofd
verticaal. Horizon en hoofdverticaal snijden elkaar in het hoofdpunt.
In Fig, I is O het oog; O, de horizontale projectie van het oog;
dus 00, de hoogte van het oog of van den horizon boven het grondvlak.
H is het hoofdpunt en OH of f is de afstand van het oog tot het
tafereelsvlak.
Van het rechthoekig prisma ABCDPQMN zijn de horizontale
en de verticale lijnen onderling evenwijdig.