70 Om het perspectivisch beeld van eene lijn te verkrijgen, denkt men zich uit het oog eene lijn evenwijdig aan deze en een vlak door de nu evenwijdige lijnen. De doorsnijding (doorgang) van dat vlak met het tafereelsvlak be vat de perspectief der eerste lijn. Is eene lijn horizontaal, dan zal de evenwijdige lijn uit het oog het tafereelsvlak snijden in den horizon. Is in Fig. I Ou evenwijdig aan MN, dan is ze zulks ook aan PQ, AB en CD. De doorgangen met het tafereelsvlak van de vlakken, gebracht door Ou en MN, PQ, AB of CD zullen alle door het punt u gaan, zoodat de perspectivische beelden van MN, PQ, AB en CD elkander snijden in u (het zoogenaamde verdwijningspunt dier lijnen). In een perspectivisch beeld van een voorwerp met in werkelijkheid horizontale evenwijdige lijnen zullen deze elkaar derhalve ontmoeten in een punt in den horizon. Verticale lijnen zullen ook in het per spectivische beeld verticaal blijven. Fig. 2. geeft de constructie aan van het perspectivische beeld van het rechthoekig prisma, welks grond- en bovenvlak vierkanten zijn en welks hoogte gelijk is aan tweemaal de zijde van zulk een vierkant. AD en BC zijn evenwijdig aan en dus AB en CD loodrecht op het tafereelsvlak. Voor de constructie moet men zich het tafereelsvlak om de grond lijn in het grondvlak omgeslagen denken. Het hoofdpunt H is natuurlijk het verdwijningspunt voor de ho rizontale lijnen, loodrecht op het tafereelsvlak. Leert de perspectief het perspectivische beeld van een voorwerp construeeren, omgekeerd (en daar komt het voor ons doel het meest op aan) kan men dikwijls uit het perspectivisch beeld de ware ver houdingen der afmetingen van het voorwerp vinden. Daartoe is in de eerste plaats noodig, dat we in het perspectivi sche beeld horizon en hoofdpunt kunnen vinden en dat de tafereels afstand bekend is of geconstrueerd kan worden. Het feit, dat, wanneer lijnen aan voorwerpen bekende hoeken vor men, de lijnen uit het oog aan deze evenwijdig getrokken dezelfde hoeken maken, komt ons daarbij zeer te stade. Alle verticale lijnen op een horizontaal grondvlak zijn tot aan den horizon even hoog.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1893 | | pagina 70