71 Aan gebouwen komen gewoonlijk vele horizontale en verticale lij nen voor, evenals standhoeken van 90°. Alle horizontale lijnen nu hebben in het perspectivische beeld hare verdwijningspunten in den horizon, zoodat deze meestal zeer gemak kelijk in het beeld bepaald kan worden. Construeert men verder op de verbindingslijn der verdwijnings punten van twee horizontale lijnen een cirkelsegment, dat den hoek bevat, dien die twee lijnen maken, dan ligt het oogpunt op den om trek van dat segment. Snijding van twee of meer dergelijke cirkels geeft de plaats aan van het in het tafereelsvlak omgeslagen oog. Tafe reelsafstand en hoofdpunt zijn gevonden, wanneer men uit het snij punt der cirkelsegmenten eene loodlijn neerlaat op den horizon. Fig. 3 dient ter verduidelijking van een en ander. In werkelijkheid staan de vlakken pqwz en pzvs loodrecht op elkaar, pq, zw, vz, en sp zijn horizontaal. F en Fx zijn dus twee verdwijningspunten dier lijnen in den horizon. Het in het tafereelsvlak omgeslagen oog ligt naar het voorafgaande in den cirkel op FFj met V2 FFt als straal beschreven. Op Fu is een tweede cirkelsegment beschreven met den aan het voorwerp als bekend veronderstelden hoek upq. O is nu het oogpunt, OH de tafereels afstand en H het hoofdpunt. Is a bed de perspectief van een vlak aan het zelfde voorwerp, evenwijdig aan het tafereelsvlak, en staan de horizontale lijnen x en ij loodrecht daarop, dan geeft de snijding van x en ij met FFX on middellijk het hoofdpunt en het snijpunt van de loodlijn in H op FFX met den halven cirkel op FFX is het oogpunt. De regels der perspectief, van het meeste belang voor architectuur opnemingen, zijn reeds lang bekend. Reeds ten tijde van den be roemden wiskundige Desargues (15961662) werden ze ijverig be studeerd. Aan de reconstructie van de verhouding der afmetingen aan een voorwerp uit zijn perspectivisch beeld heeft het eerst gedacht J. H. Lambert (1728—1777). De grondgedachte, waarvan hij uitging, vindt men in teekening voorgesteld in Fig 4. Zijn van eene perspectivische teekening van een horizontaal ter rein bekend de horizon, de afstand van dezen tot de snijding van grondvlak en tafereelsvlak (grondlijn) en de afstand van het oog tot het tafereelsvlak benevens de plaats van het hoofdpunt, dan kunnen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1893 | | pagina 71