73
terwijl bij eene camera met lenzensysteem het bruikbare gezichtsveld
meestal slechts iets meer dan 90° bedraagt.
Voor fotografische opnemingen van bliksemstralen kan ze dus van
belang zijn en Dr Koppe, professor te Brunswijk, zegt in zijn werkje:
„die Photogrammetrie oder Bildmesskunst" dat hij in dien zin proef
nemingen denkt te doen op twee 13 KM. van elkaar verwijderde
en telephonisch verbondene stations Brunswijk en Wolfenbüttel.
Van veel grooter nut is echter de camera met lenzensysteem als
objectief.
Zal men voor fotogrammetrische doeleinden geschikte zoo zuiver
mogelijk perspectivische beelden verkrijgen, dan moet zoo n objectief
aan tal van vereischten voldoen. Spherische en chromatische aber
ratie moeten voldoende opgeheven zijn; de lichtsterkte en het gezichts
veld moeten groot en het beeld moet gelijkmatig scherp en diep zijn.
In den laatsten tijd heeft men het in al deze opzichten bij de
vervaardiging van lenzen zeer ver gebracht, zoodat langzamerhand
tot waarheid is geworden, hetgeen Gay Lussac reeds ten tijde der
uitvinding van de fotografie door Daguerre zeide: eene fotografie geeft
elk voorwerp met mathematische juistheid in beeld weer.
Door het objectief wordt in een fotografietoestel op de gevoelige
plaats een omgekeerd beeld van een afgebeeld voorwerp verkregen.
Zoo zal A B (fig. 5) afgebeeld worden in b0 a0.
Volgens Listing nu bezit elk lenzensysteem twee knooppunten,
die de eigenschap bezitten, dat de lijnen, die het eerste knooppunt
K verbinden met de van dat punt uit zichtbare punten van een
voorwerp, evenwijdig zijn aan de lijnen, die het 2® knooppunt k met
de identische punten van het beeld vereenigen.
Van uit het 2® knooppunt ziet men dus de punten van het beeld
onder de zelfde hoeken als van uit het 1® knooppunt de punten van
het voorwerp.
Daar de afstand der beide knooppunten hoogstens eenige mM.
bedraagt, kunnen we gerust aannemen, dat men van uit het 2e knoop
punt voorwerp en beeld onder dezelfde hoeken ziet,
De afstand van het beeldvlak (tafereelsvlak) tot het 2® knooppunt
noemen we den tafereelsafstand (f), die ongeveer gelijk is aan den
hoofdbrandpuntsafstand van het lenzensysteem.
Denken we ons nu het beeldvlak vóór de lens gebracht op een