82 men in hunne werkelijke lengte of twee a driemaal vergroot uit. Het nauwkeurigst geschiedt de constructie, wanneer men op zoo danige schaal werkt, dat de punten van het plan binnen de stand punten en de projecties der horizons vallen, daarbij de basis en teeke- ning kleiner dan f nemende. De coördinaten voor de belangrijkste punten moeten op de negatieven worden uitgepast. De op papier overgebrachte beelden toch geven geen zuiver perspectivisch beeld meer, daar het papier krimpt door de opplakking en wel in de lengterichting tot 0,5°/0 en in de dwarsrichting tot 1 °/0 (buitendien niet regelmatig) als de fotografieën na droging zijn opgeplakt. Nat opgeplakt kan hare krimping tot 5°/0 bedragen. Wil men de positieven voor aflezing der ordinaten gebruiken, dan moet men zich daarbij bedienen van eene in mM. verdeelde glazen plaat en deze voor elke cM. verschuiven. De afwijkingen voor eene strook van 1 cM. worden dan gering. Fig. 12 verduidelijkt, hoe uit eene fotografie voor elk punt het hoogteverschil met den objectief horizon gevonden wordt. De zoo berekende hoogte van een punt moet dezelfde zijn voor al de fotografieën, met behulp waarvan ze berekend is. Stemmen de verschillende uitkomsten niet overeen, dan is er een fout in de berekening of constructie gemaakt of bij de uitpassing der coördinaten zijn op de fotografieën geen identische punten gekozen. Het laatste, het zoeken van identische punten op twee van ver schillende standpunten genomen fotografieën (voor gebouwfotografieën zeer eenvoudig) schijnt zeer lastig op fotografieën van bergachtig terrein. Bij den eersten oogopslag is het soms moeilijk zich te verkennen. Op negatieve beelden wordt dit nog lastiger. Toch beweren de deskundigen, dat men spoedig routine verkrijgt in het vinden van overeenkomstige punten, wanneer men, van een markant punt uitgaande, zich langzamerhand daarvan verwijdert steeds de identische punten door een kringetje en een getal aanduidende. De heer Vincenz Pollack, hoofdingenieur van de Oostenrijksche Staatsspoorwegen (die in 1889 fotogrammetrische opnemingen ver richtte op den Arlberg, waar hoogten boven de zee van 10002400 M. voorkomen en de afstand der gefotografeerde terreinen van 10002500 M. variëerde) beweert, dat het hem bij de constructie

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1893 | | pagina 82