83 van het plan gemakkelijk gevallen zou zijn nog honderden identische punten meer aan te geven, dan voor zijn doel noodig waren. Was een punt door drie richtingen bepaald, dan ontstond slechts zelden een klein driehoekje, waarvan het ontstaan gewoonlijk ge makkelijk was op te sporen. Door hoe meer richtingen een punt bepaald is, met des te meer nauwkeurigheid kan de constructie van het plan plaats vinden. Wel geeft hij tog, dat, wanneer de berg met dicht woud bezet is, dit een bezwaar kan opleveren tegen het vinden van identische punten op de fotografieën; doch de wouden zijn zelden zoo dicht, dat niet gapingen aanwezig zijn door spleten, rotsblokken en sneeuwpartijen of dat niet enkele boschgroepen meer dan andere uitkomen. Zijn de standplaatsen niet even hoog en wil men toch de hoogte van punten door constructie bepalen, dan bereikt men dit het ge makkelijkst door onmiddellijk de hoogte dier punten boven de zee te bepalen. Daartoe brenge men (Fig. 18) op de fotografieën den zeehorizon aan op een' afstand van den objectiefhorizon gelijk aan de hoogte van het objectief op de standplaats boven de hoogte der zee en wel op de schaal, waarop het plan is geconstrueerd. Ten opzichte van dien zeehorizon past men nu de ordinaten uit. In Fig. 19 is Aj O de hoogte van het objectief op standpunt A boven de zee en Bx O' de hoogte van het objectief op standpunt B boven de zee, beide op de schaal van het plan dus van de basis Aj Bx. Men trekke nu de lijnen pp evenwijdig aan Al O en Bx O'. Hierna make men de pp gelijk aan de ordinaten ten opzichte van den zeehorizon (Fig. 18) voor het punt p op de fotografieën in A en B genomen. De lijnen O p en O'p zullen elkaar dan snijden in de lijn door Px evenwijdig getrokken aan Ax O en Bx O'. De afstand van dit snijpunt tot Px is de zeehoogte van P op de schaal van het plan. Dikwijls komt het voor, dat men ligging, vormen en grootte van een voorwerp zou willen kennen, zonder dat men aan het voorwerp zelf metingen kan verrichten (b. v. bij voorwerpen, die snel van vorm veranderen of ontoegankelijk zijn), of niet wil verrichten (uit vrees

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1893 | | pagina 83