8 groote voordeden oplevert, en de voorstanders blijven niet in gebreke er op te wijzen. Het eerste voordeel is dit, dat met de kaart in de hand iedere grensverschuiving langs technischen weg door uitzet ting der kadastrale gegevens op het terrein zou kunnen worden geredresseerd, dat dus alle grensgeknoei door afploegen als anderszins op afdoende wijze zou kunnen worden tegengegaan. Het tweede voordeel is, dat men den fictieven grondslag onzer openbare registers, nl. het fiscaal-kadasterperceel, zou kunnen vervangen door het wer kelijk eigendomsperceel, en dus eene openbaarheid der mutatiën verkrijgen, die thans enkel voorgewend is. De waarheid blijft echter, dat zonder een positief stelsel van openbaarheid deze voordeden slechts voor een beperkten tijd zouden worden genoten. Vroeg of laat zouden bezit en verjaring hun recht hernemen, en het rechtsgeldig kadaster zoude niets meer zijn, dan een historisch-statistisch document om van te watertanden. Voerde men dus een rechtsgeldig kadaster in met behoud overigens van ons burgerlijk recht, de beteekenis van dien maatregel ware die van een palliatief, het best te verge lijken met de déchéance aller niet-hernieuwde hypothecaire inschrij vingen bij het sluiten der kantoren op oudejaar 1880. Over de opportuniteit van zulk een palliatief behoeven wij hier niet te spreken. Het kan strekken, om aan een impasse te ontkomen; met hervorming heeft het niets gemeen. Ons interesseert het rechtsgeldig kadaster slechts als blijvende instelling, als „eeuwigdurende" grondslag van ons zakelijk recht, gelijk de heer Boer, het indertijd heeft aan bevolen 1). En dan neem ik de vrijheid, uit het voorafgaande de conclusie te trekkeneen rechtsgeldig kadaster kan geen blijvende waarde hebben, tenzij als basis van een positief stelsel van openbaarheid. Nu heeft echter ieder positief stelsel van openbaarheid e'én groot bezwaar, dat alleen door mobilisatie van den grondeigendom kan worden weggenomen. In zulk stelsel heeft iedere inschrijving de kracht van een titel: dit impliceert, dat geenerlei overgang kan worden ingeschreven zonder een nauwgezet onderzoek naar de rechts geldigheid en juiste beteekenis der overgelegde testamenten, koopakten, schenkingsbrieven, hypotheekverleeningen. De Staat, die door de inschrijving aan het aangebodene zijn zegel hecht, kan noch mag Economistjg. 1881 p. 716.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1893 | | pagina 8