90
langs onze groote rivieren oeverconstateeringen verricht overal waar
na het jaar 1870 van Rijkswege kribben aangelegd zijn; zij worden
door landmeters van het kadaster uitgevoerd. Overeenkomstig
de voorschriften wordt de geconstateerde oeverlijn meetkundig be
paald, „bij voorkeur" door haar te verbinden aan het driehoeksnet
der rivierkaart. Dit net biedt voor die verbinding een schoone ge
legenheid. Zooals bekend is, heeft het bestuur van den waterstaat
een kaart doen vervaardigen van alle groote rivieren, op de schaal
van 1 a 10000. Voor de vervaardiging van die kaart zijn de rivieren
opgemeten en voor dat doel is over elke rivier een keten van drie
hoeken gelegd met zijden van ongeveer 500 tot ongeveer 2000 meter
(langs enkele breede benedenrivieren zijn die afstanden natuurlijk
grooter). Aan dat net zijn zooveel mogelijk alle torens die in de
onmiddellijke nabijheid van de rivierdijken gelegen zijn, verbonden,
evenwel zonder dat zij deel uitmaken van den keten. De hoek
punten van het net en de bepaalde torenpunten zijn in coördinaten
berekend ten opzichte van den meridiaan over Amsterdam en de
perpendiculair op dien meridiaan (assenstelsel topographische kaart).
De hoekpunten zijn op het terrein aangewezen door bazaltzuilen van
ongeveer 25 a 35 centimeter in doorsnede en ongeveer 1.50 meter
lengte, die ruim een meter diep in den grond gegraven zijn. Het
zichtbare gedeelte van den zuil is wit geverfd en verder kenbaar
gemaakt door de letters H.P. en het nummer van het hoekpunt, die
met zwarte verf op dat zijvlak van den zuil zijn aangebracht, 't welk
de plaats van het hoekpunt aanduidt. Het hoekpunt ligt namelijk
eenige centimeters van het midden van dat zijvlak zoodat, wan
neer een baak van gewone dikte tegen den zuil geplaatst wordt
midden voor het zijvlak, dat met het nummer van het hoekpunt
voorzien is, de as van die baak vrij nauwkeurig samenvalt met het
hoekpunt.
Uit den aard der zaak loopt van eiken driehoek een van de zijden
in hoofdzaak evenwijdig met de as van de rivier. In enkele gevallen
kan die zijde direct gebruikt worden om daaraan de geconstateerde
oeverlijn te verbinden en tot opmeting van de verdere bizonderheden
die noodig zijn voor de samenstelling van de kaart waarvan later
een exemplaar, door partijen onderteekend, geregistreerd en over
geschreven wordt doch die eenvoudige gevallen komen slechts bij uit-