93
met de oeverconstateeringen lang den Boven-Rijn, het Pannerdensch
kanaal, den Neder-Rijn, de Lek, de Nieuwe Maas, het Scheur, de
Waal, de Merwede, de Nieuwe Merwede en de Oude Maas. Uit den
aard der zaak is dat werk van zeer grooten omvang; de totale
lengte van door mij geconstateerde of te constateeren oeverlijn
bedraagt ongeveer 140 kilometer.
De uitgebreidheid van het werk en vele bezwaren bij opmetingen
langs de rivieren steeds ondervonden, deden mij besluiten gedurende
de zomermaanden van 1891 bij de opmetingen langs de Waal
gebruik te maken van een tot woning ingericht vaartuig. Daardoor
werd het mogelijk, steeds in de nabijheid van het terrein verblijf te
houden, zoodat met reizen geen tijd verloren ging, alle voor de
metingen vereischte baken en verdere benoodigdheden steeds bij de
hand te hebben, terwijl het personeel, dat natuurlijk al dien tijd
geen verandering behoefde te ondergaan, weldra een groote bedreven
heid in het werk der meting verkreeg.
Door het latere voorschrift, dat van de opmeting kadastrale
metingstukken moeten vervaardigd worden, zijn de aan het werk
verbonden bureauwerkzaamheden echter zoo groot geworden dat
dergelijke maatregel moeilijk meer kan worden toegepast. Wel is
dat voorschrift in zooverre gewijzigd dat voorloopig alleen hulpkaart
en veldwerk worden opgemaakt doch reeds dit werk eischt met de
verder te vervaardigen kaarten zooveel tijd voor bureauwerk dat het
terreinwerk te vaak en te lang moet worden onderbroken om die
wijze van werken ook in de toekomst in praktijk te kunnen brengen.
E. R, de Vries.