109 ten dienste van de waarnemingen des heeren Weeder de noodige tijdsbepa lingen verrichten. Beide heeren zijn met hunne instrumenten 12 September naar Ubagsberg vertrokken maar het weder was zoo ongunstig dat het volle twee maanden geduurd heeft eer zij een voldoend aantal waarnemingen hadden verkregen. De waarnemingen van het azimut zijn steeds gedurende den avond vol bracht; tusschen twee instellingen op het licht van Sittard werd op een der bovengenoemde poolsterren ingesteld. Om de fouten van het instrument zooveel mogelijk onschadelijk te maken, zijn deze instellingen verricht in twee standen van het instrument, bovendien in twee liggingen van de hori zontale kijkeras in zijne pannen en eindelijk in 8 verschillende standen van den horizontalen cirkel. Dertien avonden zijn noodig geweest om al de waarnemingen volgens dit programma te voltooien. Voor de breedtebepaling met het universaal instrument zijn in de nabijheid van den meridiaan de hoogte gemeten van de poolster en van vier sterren die zich ten zuiden van het Zenith op ongeveer dezelfde hoogte als de poolster bevonden. Twee van deze sterren waren in de vroege avonduren, de beide andere 12 uren later in de vroege morgenuren waargenomen en wel elk in zes verschillende standen van den vertikalen cirkel; 27 dagen zijn noodig geweest om het vereischt aantal waarnemingen te verkrijgen. De heer Wilterdink heeft zich voor de breedte bepaling volgens de methode Horrebow-Talcott bediend van 17 sterren paren van welke op 11 avonden 125 waarnemingsreeksen zijn verkregen, dus gemiddeld 7'/i reeks voor elk paar (maximum 10, minimum 4). Op 10 avonden werden door hem tijds bepalingen verricht. Nadat de instrumenten in Leiden waren teruggekomen, was het noodig deze zorgvuldig te onderzoeken, in de eerste plaats het instrument, dat wij van het geodetische instituut te Potsdam hadden geleend. De heer Wilterdink heeft thans van dit instrument de micrometerschroef en de beide niveau's onderzocht en verder de verhouding tusschen de waarde van de niveaudeelen en den spoed van deze micrometerschroef. Eveneens bepaalde hij de fouten en van de micrometerschroef door Repsold voor het Leidsche passage instru ment van Pistor en Martins vervaardigd. De heer Weeder heeft een aanvang gemaakt met de herleiding zijner hoogtemetingen; uitkomsten heeft hij nog niet afgeleid. LeidenDelft, 23 Februari 1894. De Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing H. G. van de Sande Bakhuyzen, Voorzitter. Ch. M. Schols, Secretaris.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1894 | | pagina 111