119 te onderzoeken of een gegeven geheel getal op de bedoelde wijze in drie deelen is te splitsen, en zoo ja, om die deelen direct te vinden. Uit de uitdrukking (<J) volgt vooreerst, dat het getal even moet zijn. Verder uit aen (<J): N x (n -f- 1) of x (I.) n f~ 1 Zal x een geheel getal zijn, dan moet N deelbaar zijn door n 1. Uit volgt nog: N t-n(n l) dit gesubstitueerd in (/3) geeft: 1 N y 2 n (n-M) V N N N 2^(n_ 1)— 2 2~n (IL) Hierboven werd reeds gevonden dat N even moet zijn; zal ij een geheel getal zijn, dan moet N dus deelbaar zijn door 2 n. De eiscben, waaraan N moet voldoen, kunnen als volgt worden gesteld: het getal moet even zijn en onder de deelers moeten een of meer waar den a voorkomen, zoodanig, dat ook a 4- 1 en 2 a deelers zijn. Elk van die waarden geeft een waarde van n, waaruit de bijbehoorende waarden van x en ij door toepassing der formules I en II kunnen worden gevonden. Men moet dus beginnen de deelers op te maken, en deze naar de grootte te rangschikken. De deeler 2 kan worden weggelaten; uit de formule ('J) volgt verder nog N n (n 1) N dus n= r-. - De kleinste waarde die k kan hebben is de eenheid, dus is stellig n l/~N Voor het onderzoek moeten nog de getallen 2a in de reeks der deelers voorkomen; die reeks behoeft dus niet verder te worden voortgezet dan tot de waarde 2 V N. De wijze van onderzoek blijkt uit de volgende voorbeelden: I. N 40 2 14 40 23 X 5. te onderzoeken deelers: 4, 5, 8, 10. 4 voldoet, want ook 5 en 10 zijn deelers: 40 40 n 4 x 8 ij 20 -g- 15 z

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1894 | | pagina 121