EEN ZONDERLING TARIEF.
(K. B. van 20 October 1877, Stbld. no. 190.)
Zooals bekend is, geldt voor het salaris, in zake van hypotheken
~ën scheepsbewijzen den bewaarders verschuldigd, nog steeds het
tarief, vastgesteld bij de wet van 14 December 1844, Stbld. n«. 62.
Dat de vooral door eene gewijzigde boekhouding (K.B. van 30
Juli 1878, Stbld. n°. 104, in verband met de wet van 5 Juni 1878,
Stbld. n°. 90) hoog noodig geworden herziening van dat tarief
tot heden op zich liet wachten, moge als bewijs dienen, hoe moeilijk
het valt een in alle opzichten voldoend en tevens billijk tarief vast
te stellen. x)
Voor kadasterzaken intusschen werd het tarief derzelfde wet, dat
een den bewaarders verschuldigd salaris vaststelde, vervangen door
een nieuw tarief van Rijksrechten bij de wet van 30 Mei 1877, Stbld.
n°. 132, tevens (art. 3) bepalende, dat het verschuldigde voor het
gebruik der kadastrale stukken, noodig voor de heffing van omslagen
of andere belastingen in waterschappen en door het openbaar gezag
ingestelde veenschappen, nader bij K.B. zou worden vastgesteld. Dit
is dan ook, spoedig genoeg, geschied bij K.B. van 20 October 1877,
Stbld. n°. 190.
Het komt mij voor dat beiden de wet eenigermate, het K.B.
daarentegen nog meer dan het bovenbedoelde negatieve feit
bewijzen, hoe lastig het is, op het gebied van tarieven iets goeds te
leveren. Het volgende moge die meening toelichten.
In de eerste plaats stelt het K.B., onder de rubriek: gegevens
Het archief der bewaringen nog publieker te maken dan het al is, door
het kosteloos voor belanghebbenden toegankelijk te stellen, waarop wel
eens aangedrongen wordt ware m.i. de deur openen voor mrbruik, in
plaats van gepast ^bruik.