HET KADASTER IN NEDERLANDSCH-INDIË Het is mijne bedoeling om, in aansluiting om aan de bijdragen van den Heer de Bas in vorige jaargangen van dit tijdschrift, hieronder een kort overzicht te geven van de thans gevolgde wijze van kadas- treeren op Java, in zooverre deze afwijkt van die in Nederland. De collega's ddar zullen zich hierdoor allicht een minder vaag denkbeeld omtrent het kadaster in de koloniën vormen, dan zij nu vermoedelijk hebben, en onder de collega's in Indië zelf kan het misschien aanleiding geven tot meerdere gedachtenwisseling en dus leiden tot verbetering. Bijzaken en onderdeelen van het werk die ook in Nederland op dezelfde wijze worden uitgevoerd, zullen niet worden vermeld. Vooraf de opmerking, dat de bezitsrechten op den grond op Java zich laten verdeelen als volgt: !a. bezitsrecht (individueel of communaal.) b. agrarische eigendom, volgens de agra rische wet (Ind. Stbl. 1870 N°. 55. 2°. Voor Eurooeanen en met hen cmliika-estelden Eigendom, recht van opstal en erfpacht (volgens het B.W.) 3°. Voor den staat: het souvereiniteitsrecht op allen grond waarop niemand bezits- of eigendomsrecht uitoefent of doet gelden. In verband hiermede onderscheiden wij voor de gronden sub. 1° en 3°., het landrentekadaster, en voor die sub. 2°. het eigendomskadaster. Het laatste zal het eerst behandeld worden: A. HET EIGENDOMSKADASTER. Wanneer men in Indië een landrentekadaster opmaakt, dan maakt men van zelf een kadaster van gronden, waarop rechtstitels zijn M. O J O

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1894 | | pagina 138