13
voor de bijwerking van registers en stukkende rechten vast, ver
schuldigd voor uittreksels uit de staten n°s. 73 en 75 en uit de hulp-
kaarten.
Eigenaardig wordt hier op eens, nog geen vijf maanden na het
tot stand komen der genoemde wet van 1877, voor water- en veen-
schappen een gebruik van kadastrale stukken ondersteld, dat voor
andere instellingen of particulieren, naar 't schijnt, tot de onmogelijk
heden werd gerekend. Die wet toch spreekt in het geheel niet van
inzage van of uittreksels uit de staten nos. 73 en 75 en de hulp-
kaarten. Heeft het publiek in 't algemeen daarop geen recht of moet
een en ander, niet getarifieerd zijnde, gratis worden verstrekt Het
eerste zal in zijne algemeenheid wel niet vol te houden zijn; ieder man
van de praktijk weet, hoe dikwijls het publiek of de bewaarder
voor het publiek de bedoelde gegevens noodig heeft. Maar zou
het laatste in zijn vollen omvang wel in de bedoeling hebben gelegen?
Nog iets, dat met inzage van de staten n°. 75 in nauw verband
staat: het formulier (n°. 17 kad.) voor uittreksels uit de kadastrale
leggers behelst eene kolom (10) voor de geschiedenis van elk perceel
en onderstelt dus dat elks stamboom, des verlangd, gratis of
liever als begrepen in de voor het extract verschuldigde kosten
wordt opgenomenmaar als de stamboom van een bepaald perceel,
teruggaande tot het moedernummer, wordt verlangd zonder legger
extract (zooals dikwijls genoeg voorkomt), moet ook dan deze gratis
worden verstrekt? Zoo heel gemakkelijk gaat dit toch niet altijd;
het register n°. 71 en de inzage ook daarvan is niet getarifieerd
biedt slechts ten deele de noodige hulp.
Is dus ten aanzien van het boven besprokene het tarief van het
K B. (voor water- en veenschappen) vollediger dan het (gewone)
tarief der wet van 1877, in andere opzichten moet eerstbedoeld
tarief m.i. vrij zonderling genoemd worden
Het heet een (verlaagd) tarief van rechten voor het gebruik van
kadastrale stukken. Dat we te doen hebben met aan het Rijk ver
schuldigde kosten, is niet twijfelachtig; het uitvloeisel van art. 3
Vóór 1878 werd bij de nieuwe nos. niet verwezen naar de oude, waaruit
zij zijn ontstaan.
Van de hypotheek registers nos. 69 en 69a kan ik hier zwijgen.