Het aanduiden van grenzen op de kadastrale plans.
Bij de thans onderhanden zijnde hermeting van een gedeelte der
Gemeente Tilburg wordt zéér veel zorg besteed aan de grensbe
paling der eigendommen.
Alvorens tot de détailmeting van een terrein wordt overgegaan,
ontvangen belanghebbenden eene uitnoodiging om op een bepaald
uur, liefst persoonlijk, ter plaatse tegenwoordig te willen zijn om
hunne eigendomsgrenzen aan te wijzen.
Met de meeste bereidwilligheid voldoen zij aan het verzoek in de
uitnoodiging vervat en meer dan eens is 't gebeurd, dat een eigenaar
een halven dag bezig was om een grenskei op te zoeken.
Daar waar n.l. eigendommen uit bouwland bestaan, zijn hier de
grenzen meest door keien bepaald, die van ongever 0,7 tot 1,3 M.
onder den beganen grond liggen.
De steeds aanwezig zijnde ploegvoor correspondeert zelden met
de lijn door de grenssteenen (keien) bepaald en verschilt hiermede
tot soms ongeveer 1,2 M.
't Is deze omstandigheid die mij deed besluiten de aandacht te ves
tigen op de wenschelijkheid om de grenzen der perceelen kennelijk
b.v. door kleuren op 't plan aan te duiden en dus terug te keeren
tot een vroeger bestaan hebbend voorschrift.
Wat is toch anders het geval? Een paar jaren na de opname
nemen de eigenaren of meer nog de huurders 't zoo nauw niet meer
met de eigendomsgrens en ploegen weer volgens het systeem „daar
of daaromtrent".
De brutaalste heeft (als gewoonlijk in alle zaken) het meeste voor
deel van deze wijze van handelen en weldra is het bezit weer aan
merkelijk afgeweken van de door beide eigenaren als deugdelijk
erkende eigendomsgrens.