148 Bovendien variëert in den regel de bezitgrens ieder jaar. Stel nu, dat er eenige jaren na de voltooiing der minuutplans een huis gesticht wordt tegen de besproken grens. De landmeter voor den gewonen dienst komt het huis opmeten en zal, met de tegenwoordige wijze van aansluiten der perceelsgrenzen, honderd tegen één beginnen te meten uit het midden der voor, zooals die toevallig is geploegd in het jaar waarin de opmeting van het huis geschiedt. Vertrouwbare aanduiding der grens heeft men dan zelden, aange zien 't bijna nooit zal gebeuren, dat beide eigenaars tijdens de op meting tegenwoordig zijn. Wanneer nu, zooals boven verondersteld is, het huis gebouwd is aan de zijde van het perceel waar de besproken grens ligt en het perceel is 150 a 200 M. breed, dan weet een ieder dat een verschil van 0,8 a 1 M. lichtvaardig „ingedeeld" wordt. (Er wordt zooveel geschoven op 't krimpen en rekken van het papier.) De gevolgen liggen voor de hand. De „indeeling" is op het plan bij de grens in kwestie niet merkbaar en het huis is 0,8 a 1 M. foutief gekaarteerd! Op een perceel grenzende aan het gezegde wordt later gesticht. Een ander landmeter komt de stichting opmeten en vindt toevallig de goede grens of meet uit de voor, die nu weer anders ligt. Daar hij een voor in 't algemeen niet erg vertrouwt en er nu gelegenheid toe bestaat meet hij door tot de eerstgestichte huizen. „Niet sluiten" is 't gevolg en de laatstgenoemde huizen worden als redres meting op 't plan verlegd. Hierdoor ontstaat bij het publiek een wantrouwen wat m. i. voor komen kan worden. Was n.l. op het plan de plaats der keien b.v. door een blokje neutraal tint aangeduid, dan zou de betrokken landmeter die keien kunnen doen opzoeken, (een schop is altijd even te leenen) en het huis werd goed gekaarteerd. Ook is 't mij voorgekomen dat een muur en een heg waar de teekenen aanwezig zijn bedoeld bij artt. 682 (3e alinea) en 712 van het Burgerlijk Wetboek, juist anders in eigendom zijn, dan men vol gens die artikelen zou meenen. Hier vergist de landmeter zich later zeker.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1894 | | pagina 150