158 hij heeft, waard is, dat hij leeft; maar tevreden en voldaan ben ik niet. Men kan nu eenmaal geen fiscaal kadaster vormen tot een justitieel kadaster. Men brengt het hoogstens tot een imitatie die veel op een carricatuur gelijkt. Dat is de zaak! Het beste bewijs dat men reeds vroeger deze waarheid gevoelde en, ofschoon blijvende hinken op twee gedachten, gepoogd heeft, door de omstandigheden daartoe gedrongen, te hervormen, is wel daarin gelegen, dat theoretici en practici door alle tijden heen, opstellen hebben geleverd, die daarvan getuigen. Zoo lees ik in Themis 1858 van de hand des heeren Bachiene onder meer dit „Misschien ware bij de wet de plicht op te leggen aan de eigenaren a. om bij het splitsen en vereenigen van perceelen aan de land meters zoodanige inlichtingen te geven, als deze behoeven om zonder misslagen te kunnen vernommeren. b. om steeds de ware kadastrale aanduidingen in authentieke en onderhandsche acten te doen of de verkeerde opgaven te herstellen en c. na een vernommering van perceelen de juistheid van den nieuwen stand derzelve op het plan en in den legger uitdrukkelijk of stilzwijgend bij den hypotheekbewaarder te erkennen". En de voorzitter van den Franschen Senaat zei in 1866 in een rede in den Senaat uitgesproken, (en dit is volkomen toepasselijk op onze toestanden) o.a. „De methoden, die bij de opmaking van het kadaster zijn gevolgd, verbieden om het de autoriteit van een onfeil- baren legger toe te kennen, wat rechten en hypotheek aangaat, men zoude het geheel opnieuw moeten opmaken en dan op juridische wijze". Trouwens meerderen in onzen eigen kring wenschten steeds ver beteringen. In 1864 en daarna was er levendige pennestrijd op dit gebied. Zoo schreef o.a. mijn ambtgenoot Soutendijk in 1874 onder her innering aan de woorden van Napoleon I„wie eene goede wet op het kadaster zal maken, zal een standbeeld verdiend hebben" dat eene wet, die dus eigenaren verplichtingen oplegt ten aanzien van het kadaster een levensvoorwaarde van ons vak isde onmisbare grondslag van een goed kadaster.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1894 | | pagina 160