43
waarom zoo terecht naar eene radicale hervorming van de inrichting van het
kadaster wordt verlangd.
Een perceel dat in de openbare registers als belast met hypotheek bekend
staat, is evenwel daardoor alleen nog niet in werkelijkheid belast. In het
door v. L. gestelde geval zal niettegenstaande ook het perceelsgedeelte b
als belast met de door A verleende hypotheek bekend staat de hypotheek
toch rechtens alleen op het gedeelte a rusten. Dit neemt niet weg, dat de
nominale belasting ook van b in de hypothecaire registers tot groote practische
moeilijkheden voert; maar wèl volgt er uit, dat hier strikt genomen van een
toestemming tot doorhaling der op b rustende inschrijving eigenlijk geen
sprake kan zijn, en het zoogenaamde roiement hier niets anders is dan eene
erkentenis van A's schuldeischer, dat hij op b nimmer eene hypotheek gehad
heeft. Zulk eene erkentenis moge voor B, eigenaar van 5, van practiseh be
lang zijn; zij bevat geene beschikking te zijnen voordeele, want A's schuld
eischer kan bezwaarlijk gezegd worden te beschikken over iets wat hij nooit
gehad heeft. Gesteld dat B notaris was, dan zou hij derhalve o. i. door het
zoogenaamde roiement voor A's schuldeischer te verlijden, niet in strijd komen
met art. 20 der wet op het Notarisambt, maar hij zou voorzichtig doen door
de toestemming tot doorhaling zóó te redigeeren, dat het karakter daarvan
uit de akte zelve duidelijk volgde."
In het volgend nommer (1263) van dat Weekblad geven vijf
schrijvers hunne meening over het „geval" ten beste.
De heer T. N. van der Stok, hypotheekbewaarder te Zwolle
zou als prakticus dezen raad geven
„Bezwaar bij de hypotheekakte het gedeelte a van het kadastrale perceel en
beding dat de hypotheek, na toepassing der splitsing van het perceel, uit
sluitend zal rusten op het nummer, dat in den kadastralen legger aan dat
deel zal worden gegeven.
Ik geloof niet dat een mijner collega's bezwaar zal maken een negatief
certificaat af te geven van de overige nummers uit het bezwaarde nummer
ontstaan. Ik zie niet in, dat hierdoor rechten in gevaar worden gebracht,
meer dan onvermijdelijk is, na de onvoorzichtigheid om een gedeelte van een
kadastraal nummer te bezwaren. Doch daaraan heeft zeker het kadaster
geen schuld".
De heer H. L. Da ems, Cand. Notaris te Edam deelt mede dat
in zijne woonplaats en in de omstreken de bezwaren ontgaan worden
dooreene omschrijving van het verbondene in de akte van vestiging
op te nemen in dezen zin:
„Een noordelijk gedeelte, ter grootte van circa aren, zoodanig als op het
terrein is afgepaald, van het kadastrale perceel sectie no. der ge
meente of wel zoodanig gedeelte van gemeld nummer als ten gevolge