X K X 5 a. Opstelling met de pool aan het einde. 1. Men plaatst de kraan K aan het einde der tafel en stelt de draaiingsas k P verticaal door de libellen L, door middel der beide stelschroeven te doen inspelen. Indien de libellen niet behoorlijk gesteld zijn, d.w.z. de as k P niet loodrecht staat wanneer de libellen inspelen, dan kan dit op de volgende eenvoudige wijze onderzocht en verbeterd worden. Neem staaf 3 waaraan de poolkogel bevestigd is van het instrument af, hang de staaf door middel van den tot dat doel aangewezen koperdraad aan de kraan, plaats er een los niveau op en neem waar, wanneer men de staaf in een horizontaal vlak beweegt, of de bel inspeeltdoet ze zulks niet dan dwingt men haar tot inspelen door middel der stelschroeven en verbetert naar den aldus gevonden stand der as k P, de libellen aan den voet der kraan. ToelichtingDe kraan staat op tafel, de libellen L spelen in, staaf 3 hangt op. De kraan moet ten opzichte der tafel een stand hebben zoodanig, dat staaf 3, zich in een horizontaalvlak bewegende, zich in iedere richting in dat vlak in evenwicht bevindt, d.w.z. de kraan mag noch te veel voor, noch te veel achterover hangen. Staaf 3 hangt zoo, dat de lengte as der staaf evenwijdig is aan het vlak gaande door de verticale assen der beide stelschroeven. Fig. 2. Het losse niveau a plaatst men in het midden van staaf 3, zorgdra gende dat de lengte as van het niveau evenwijdig loopt aan de lengte as der staaf. Ten einde staaf 3 te beletten om te vallen heeft men te i. 2i P 3. voren bij P. de klem aangeslagen. De bel in het losse buisniveau a brengt men tot inspelen door middel der schroef h voorkomende op staaf 3.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1894 | | pagina 5