62
gezegd werd: „dat het grondstuk wel zou moeten verkocht worden,
om tot delging der schulden te kunnen geraken." Een gevolmach
tigde, werd bij dien brief niet aangewezenevenmin werd daarin iets
gezegd over de wijze, waarop de verkoop eventueel zou plaats hebben
en door wien dan kwijting voor de kooppenningen zou gegeven worden.
De notaris achtte zich, naar het schijnt, door dien brief gerechtigd
tot verkoop. De persoon, die bij de veiling als „uitdrukkelijk gelas
tigde" optrad, kende den eigenaar niet eens. Geheel te goeder
trouw, trad hij, op verzoek van den notaris, die hem verzekerde tot
den verkoop gemachtigd te zijn, als lasthebber op, natuurlijk zeer
onvoorzichtig, zooals hem later wel duidelijk zal zijn geworden.
Onder de veilingsvoorwaarden kwam o. ade bepaling voor, dat
de kooppenningen moesten worden betaald, ten kantore van den
notaris, op de bepaalde tijdstippen. De „uitdrukkelijk gelastigde"
ontving de kooppenningen niet, vrij zeker kwamen ze ten bate van
den notaris, die ze tot compensatie zijner vordering zal aangewend
hebben; althans van den notaris heeft de kooper kwijting ontvangen.
In dit geval dus kan de revindicatoire, zoowel als de resolutoire
actie ingesteld worden, en met zeer veel kans op toewijzing. Mocht
iemand, liefhebber van in troebel water te visschen, den eigenaar of,
zoo deze overleden is, diens erfgenamen aansporen het eigendom
van den tegenwoordigen bezitter gerechtelijk op te eischen, dan zal
deze, bij toewijzing van den eisch, voor den eischer het veld moeten
ruimen, Op eigendomsverkrijging door verjaring, zal de bezitter
zich nop- niet beroenen kunnen, aangezien er nop peen 20 iaren
verloopen zijn, sedert de gebrekkige titel, waardoor ook zijne rechten
beheerscht worden, tot stand kwam. Hij zal wel zijn voorganger,
en deze weer den eersten kooper in vrijwaring kunnen roepen, die
op zijn beurt den „uitdrukkelijk gelastigde" kan aanspreken, maar
per slot van rekening zal het van de gegoedheid van dezen afhangen,
of de opvolgende koopers schadeloos gesteld zullen worden.
Is er nu, wat ik niet onderzocht, door een der koopers hypotheek
gegeven, dan zal die hypotheek van rechtswege nietig zijn, en het
hypotheekrecht, als zijnde niet vatbaar voor bezit, kan ook niet door
verjaring worden verkregen.
De eerste kooper moest op het onderzoek van den notaris ver
trouwen. Hij kon zich niet bij den eigenaar vergewissen, of de
i i a o o J