63
verkooper door hem wel uitdrukkelijk gelastigd was tot den verkoop
de termijn, die tusschen de voorloopige en finale toewijzing verloopt,
was daarvoor te kort; bovendien had hij zich aan de verkoopsvoor-
waarden te onderwerpen of van den koop af te zien. De eenige
onvoorzichtigheid, die hij zich zelf te verwijten heeft, bestaat daarin,
dat hij zich tevreden heeft gesteld met eene kwijting voor de koop
penningen door den notaris gegeven. Met minder grond nog kan
den opvolgenden koopers, die hun verkooper kenden, onachtzaamheid
verweten worden.
Zij allen kochten in het volle vertrouwen, dat de notaris, die
hunne overeenkomsten in geschrifte bracht, een onderzoek had ingesteld
naar de bevoegdheid van den auteur, naar de rechten die konden
worden overgedragen. Uit hunne titels blijkt niet, of de kansen op
uitwinning en op ontbinding van de overeenkomst behoorlijk overwogen
zijn; de koopprijzen door hen besteed, waren in overeenstemming
met de verkoopswaarde van het gekochte onder normale omstandig
heden. Zij kennen de gebreken van hun titel niet; zij beseffen niet,
dat zij ieder oogenblik van het goed, hetwelk door hen achtereen
volgens werd bezeten, hadden kunnen verdreven worden en dat de
tegenwoordige bezitter nog steeds aan verdrijving bloot staat.
Mogelijk is het, dat de hypotheekbewaarder, ten wiens kantore
de openbaarmaking van den besproken gebrekkigen titel heeft plaats
gehad, aan de overtreding, bij art. 32 der wet van 9 Juli 1842
(Stbl. n°. 20) bedoeld, heeft gedacht; wellicht is deze overtreding
geconstateerd door den inspecteur der registratie, eene vervolging
ingesteld en de notaris beboet, maar dit alles gaat buiten den kooper
om en baat hem niet. Het vertrouwen op hun eigendomsbewijs
zooals de titel genoemd wordt, bleef ook bij de opvolgende koopers
uit ons voorbeeld ongeschokt. En als men er hen bij eventueele
opeisching op zou wijzen, dat zij voorzichtiger gehandeld zouden
hebben met door zelfstandig onderzoek zich de zekerheid te verschaffen,
dat de overeenkomsten, die zij sluiten gingen, ook de gewenschte
rechtsgevolgen hadden, dan zouden dergelijke waarschuwende woorden
wel gehoord, maar zeer zeker niet begrepen worden. „Wanneer men
in eiken burger, die contracteert, zoo merkt Prof. Drucker op
een man van zaken ziet, die aan alle feitelijke mogelijkheden en
aan alle rechtsmiddelen denkt, dan miskent mende eischen van het