67 geweest, en deze zich dus op eigendomsverkrijging door verjaring kon beroepen. In diens titel van aankomst werd het perceel niet genoemd. Wat zou onze kooper nu doen? Den verkooper in vrijwaring roepen en, als deze daartoe niet in staat bleek, ontbinding van de overeenkomst en teruggave van de koopsom eischen Hij deed dit niet. Het nader onderzoek, door hem ingesteld, had hem de zekerheid verschaft, dat de koopsom reeds in handen der schuld- eischers van den verkooper was overgegaan, en deze geene onroerende goederen noch roerende van eenige beteekenis bezat, waarin hij kon getroffen worden. Het gekochte dan tegen den wil van den bezitter in bezit nemen en zich aan eene veroordeeling wegens storing van het bezit met vergoeding van kosten, schaden en interessen blootstellen; of wel tegenover den bezitter, die zich vrij zeker op eigendomsverkrijging door verjaring beroepen zou, de exceptie van schorsing op grond van minderjarigheid opwerpen?... De kooper achte het onbillijk van deze exceptie gebruik te maken, en wist, dat een beroep op zijn titel van aankomst, waarin de kadastrale kenmerken uit den vorigen titel overgenomen de eenige aanwijzing van het gekochte waren, niets beteekende. Hij trachtte daarom eene schikking te treffen, en vond den eigenaar bereid hem het bewuste perceel, dat begrepen was in het plan tot inpoldering, tegen een matigen prijs over te dragen. Onze kooper heeft toen het gemis gevoeld van een grondboek, hetwelk den eigenaar aanwijst, waarmede zonder gevaar eene koop overeenkomst kan gesloten worden; het gemis ook van een stelsel, dat geene verjaring tegen den ingeschreven eigenaar, gedurende diens leven, toelaat. Hij heeft toen ondervonden dat door den notaris niet altijd een voldoend onderzoek wordt ingesteld. De tweede maal kocht hij bij openbaren verkoop een perceel land met eene daarlangs gelegen laan, aan welke laan meerdere perceelen waren gelegen. Een dezer perceelen werd bij diezelfde gelegenheid verkocht met het recht van uitweg naar en van den publieken weg „als van ouds". Voor dit perceel leidde de korste weg naar den publieken weg over de laan van onzen kooper, en bij eene vroegere akte was deze laan dan ook bezwaard met de erfdienstbaarheid van uitweg ten voordeele van dat perceel. In het algemeen register ten

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1894 | | pagina 67