82 Art. 1268 B. W. zegt: „in geen geval mogen de bewaarders der hypotheken weigeren of vertragen om akten, waarbij de eigendom wordt overgedragen, over te schrijven," en onder het negatieve stelsel en bij den tegenwoordige toestand van het kadaster terecht is daarom de bewaarder niet belast met de beoordeeling van de meerdere of mindere juistheid der omschrijving van het object der overeenkomst. Maar zou men dan niet ter aanbrenging van verbe tering ook onder het tegenwoordige stelsel aan partijen den eisch kunnen stellen van ondubbelzinnige en juiste omschrijving, waar de overeenkomst handelt over gedeelten van kadastrale perceelen? Hoe wenschelijk ook (ook voor de hypothecaire boekhouding en voor den bewaarder, wiens verantwoordelijkheid bij de afgifte van een bewijs van onbezwaardheid betrokken is) komt het mij toch voor, dat zoodanige eisch onbillijk zou zijn, waar aan dien eisch eerst dan behoorlijk zou zijn voldaan, wanneer aan de akte een kaartje met meetcijfers werd vastgehecht, met behulp waarvan het object steeds op het terrein zou kunnen bepaald worden. Immers, evenzeer als voor gedeelten van perceelen, zou het onder ons tegenwoordig kadaster ook voor geheele perceelen noodzakelijk zijn, een kaartje met meetcijfers aan de akte vast te hechten, wanneer men zeker wilde zijn van eene juiste aanduiding van het object. Welke kosten zou dan de eigendoms verkrijging, van klein grond bezit vooral, niet na zich slepen! Waar die kosten geen bezwaar zijn, daar mag men zelfs tegen woordig, ten minste van notarissen, verlangen, dat zij in de akte eene volledige of in elk geval zoo goed mogelijke omschrijving van het voorwerp der overeenkomst geven. Thans is ons fiskaal kadaster slechts ter bepaling van den omslag der grondbelasting geschikt, maar ter omschrijving van het eigen domsobject volkomen onvertrouwbaar. Maar eerst, wanneer het Kadaster op betere grondslagen gevestigd zal zijn, mag men strenger eischen omtrent juistheid van omschrij ving van gedeeltelijke perceelen aan notarissen, ja ook aan het publiek stellen,. Moge de overweging, dat het kadastrale kenmerk reeds thans veelal de eenige grondslag is, waarop de rechtshandelingen betreffende onroerend goed gebaseerd worden, er toe leiden, dat aan het publiek

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1894 | | pagina 82