Reproductie van kadastrale kaarten in Elzas-Lotharingen. In jaargang II hebben wij, in een opstel over de Topographische Inrichting te 's Gravenhage, gewezen op den grooten vooruitgang in de vermenigvuldiging van kaarten door steendruk. Voor kaarten op groote schaal, zooals die van hermeten gemeenten op 1:1000 of 1:500, waarvan slechts enkele kopieën noodig zijn, is reproductie langs lithographischen weg veel te kostbaar, althans indien men de steenen zou willen bewaren. Met goed gevolg wordt in Elzas-Lotharingen bij de vernieuwing van het kadaster de authographische zincographie toegepast. De gebruikte zinkplaten, V4 millimeter dik, van hetzelfde metaal als de platen gebruikt voor dakbekleeding, zijn slechts weinig duurder dan goed teekenpapier, en nemen niet meer ruimte in. Zij worden bewaard, om later bijgewerkt en op nieuw afgedrukt te kunnen worden. Aan de afdrukken worden hooge eischen gesteld. Zij moeten nauwkeurig op maat zijn en tevens de meetcijfers bevatten, welke de eigendomsgrenzen bepalen en ter berekening van de oppervlakte der perceelen noodig zijn. Niet opgenomen worden meetcijfers, welke betrekking hebben op cultuurgrenzen, de plattegronden van gebouwen, controlematen enz. De meetgetallen beperken zich alzoo in hoofdzaak tot de z.g. „Steinlinien". Een blik op de zeer zuivere proeve, gevoegd bij een opstel van Rodenbusch in Heft 18, Zeitsclir. f. Vermessungswesen, Band XXII waaruit deze bijzonderheden zijn ontleend, geeft den indruk, dat de plans door deze meetcijfers geenszins overladen worden. De overbrenging der kaart op het zink zoowel als het afdrukken geschiedt langs drogen weg. Door het papier te bevochtigen zou de nauwkeurigheid zeer verminderd worden. Men vervaardigt daartoe een kopie van het minuutplan door dit te overspannen met een vel doorzichtig „Pflanzenpapier" en de perceelgrenzen, meetlijnen en het ruitennet met den trekpen in authographischen inkt over te trekken.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1894 | | pagina 84