92
beschrijving van dat instrument niet moeten ontbreken, ook omdat
later in eene paragraaf over een reflectie-instrument als afstandmeter
herinnerd wordt aan het beginsel, waarop de inrichting van de sextant
berust. De schrijver zegt daarover, dat de sextant bij het landmeten
nauwelijks wordt gebruikt. Dit moge voor Duitschland gelden, in
Nederland blijft het in veel gevallen voor den landmeter en vooral
voor den ingenieur een zeer te waardeeren instrument, dat gemakke
lijk wordt medegedragen. Zeker verdient de theodoliet de voorkeur
in al de gevallen, waarin zonder veel moeite eene vaste opstelling kan
verkregen wordenbij metingen in en langs rivieren en op drassigen
bodem blijft de sextant het aangewezen hulpmiddel.
In hoofdstuk VII over coördinaten-berekening worden de formules
gegeven voor de berekening van rechthoekige coördinaten, voor het
omrekenen in een ander assenstelsel, voor de bepaling van het snijpunt
van twee lijnen, waarvan de coördinaten der uiteinden gegeven zijn,
en voor de berekening dier waarden voor punten, welke bepaald wor
den door hun afstand tot twee gegeven punten. In hetzelfde hoofdstuk
wordt een nuttig artikel ingelascht over de keus van logarithmen-
en andere rekentafels en het gebruik van rekenformulieren.
Wij halen daaruit aan, dat de 25 trigonometrische formulieren
behoorende bij de Pruisische Kataster Anweisung IX aan de Rijks
drukkerij te Berlijn verkrijgbaar zijn gesteld.
Het achtste hoofdstuk behandelt in 95 bladzijden het trianguleeren.
Daar de driehoeksmetingen van de h en 2e orde in het derde
deel worden behandeld, zijn met betrekking tot dit onderwerp alleen
gegeven afbeeldingen van een basisnet en van het groote driehoeksnet
van de Landesaufnahme in de provincie Hannover, om verder uitsluitend
de driehoeksmeting van lagere orde te beschrijven.
Beginnende met de plaatsing en den vorm van signalen en de
verzekering der hoekpunten, treffen wij achtereenvolgens de behan
deling aan van de gebruikelijke wijze van hoekmeting, van formulieren
ter aanteekening van de metingen, van de oriënteering der richtingen
en van de stations vereffening bij volledige rondmetingen.
Bij de bespreking van excentrische metingen vonden wij zeer
practische aanwijzingen voor het verkrijgen der elementen voor de
herleiding tot het centrum, speciaal bij metingen op torens.
Als voorbeeld eener driehoeksmeting geeft de schrijver die van